Dag 99 t/m 128: het Matsuri seizoen!

In mijn vorige blogbericht schreef ik dat ik nog maar anderhalve maand te gaan had, en die anderhalve maand is veranderd in nog maar 3 weken. Precíés 3 weken. Dit betekent echter nog maar één miezerig weekje hier in Kyoto, dan een week Tokyo en ten slotte nog een paar dagen in Seoul. Het is verschrikkelijk snel gegaan, vooral afgelopen maand. Ik heb ontzettend veel leuke dingen gedaan, maar ook hele dagen aan mijn essays gezeten. Hoewel het huiswerk allemaal niet zo veel was afgelopen semester, moest ik er toch aan geloven deze laatste paar weken. Ik geloof dat ik toch liever wat examens had in plaats van alleen maar essays! 😀 Nog eentje moet ik er, die ik pas over een week, dus vlak voor ik naar Tokyo ga, in moet leveren. Voor de rest ben ik helemaal klaar met school (in beiden betekenissen).

Het eerste wat ik gedaan had na mijn vorige bericht is de takoyaki party van de International Afternoon Tea club, dezelfde als van het kimono event. Takoyaki is een speciaal Japans gerecht (vooral beroemd in Osaka) gemaakt van octopus (tako). De leden van de IAT maakten ze zelf klaar, en dat lukte ze heel erg goed. 😉
De volgende dag had ik eindelijk tijd om Esther te zien, die een semester in Taiwan heeft gestudeerd en onderweg naar huis Japan bezocht. Het was heel vreemd om haar zo in Kyoto te ontmoeten, omdat het soms net voelt alsof mijn leven in Kyoto en in Nederland twee verschillende werelden zijn of zoiets. Hetzelfde gevoel had ik toen mijn familie me bezocht had. Wel ontzettend leuk natuurlijk, maar het moment waarop je elkaar voor het eerst ziet voelt heel gek aan. Het plan voor die avond was om shabu-shabu (een gerecht waarbij groenten en/of dunne plakjes rundvlees worden gekookt in een grote pot kokend water met verschillende smaken en kruiden) en Esther en ik zijn meegegaan. Het concept was dat je onbeperkt vlees en groenten bij kon bestellen en dan zelf kon koken in een grote pot die in het midden van de tafel bevestigd is.

IMG_2547

Die zaterdag was het tijd voor mijn eerste (en waarschijnlijk laatste) dansvoorstelling! Het was allemaal vrij onduidelijk wat precies het idee was, vanwege taalbarrières, maar uiteindelijk bleek dat we zouden optreden voor een baseballwedstrijd (baseball is de meest populaire sport in Japan). Echter het weer was verschrikkelijk slecht dus voordat we zouden moeten optreden hebben we veel in de regen nog geoefend. Het was toen we eindelijk verscholen op de tribunes zaten en ik naar het van de regen modderige veld tuurde dat ik me afvroeg of het wel een goed plan was om daarop te gaan dansen. En dat bleek niet onterecht; een paar minuten voordat we zouden moeten optreden kregen we te horen dat de baseballwedstrijd was afgelast vanwege de schade die de regen aan had gedaan aan het veld; en daarmee natuurlijk ook ons optreden. Teleurgesteld en doorweekt namen we de trein terug, en ik moet zeggen, ja, dat deed wel een beetje pijn. Ik had me er erg op verheugd. Maar goed, niets aan te doen! Ik, met de andere buitenlandse studenten, kregen wel een lieve kaart met berichtjes en een leuke foto als bedankje voor de interesse in en enthousiasme voor yosakoi.
De dag die volgde was een huiswerkdag, maar op maandag wilden zowel ik als mijn vriendin uit Turkije toch heel graag weg uit onze kamers. 😉 Dus we besloten een tripje naar Osaka te maken, omdat het zo gemakkelijk te bereiken is vanuit Kyoto. Het was een hele regenachtige dag en het oogde daardoor was sombertjes, maar we hebben veel plezier gehad met het ronddwalen in Dotonbori (misschien wel het grootse/bekendste toeristische gebied in Osaka) en omliggende winkelgebieden. We aten de beste takoyaki ooit (sorry IAT leden, maar deze was écht nog lekkerder) en bekeken de enorme cosmetica- en 100 yen winkels.

IMG_2562 IMG_2568

Het volgende weekend stond in het teken van de hoe-draag-je-een-yukata les waarvoor mijn Vietnamese vriendin me had uitgenodigd. Een yukata is een simpelere en comfortabelere versie van de kimono, die vaak wordt gedragen op zomerfestivals (matsuri). Ik had er zelf ook een gekocht al in de eerste paar weken dat ik in Kyoto was, en deze les was dus echt om te leren hoe je jezelf in een yukata kleedt. Voordat we naar de les gingen zijn we met nog twee anderen, een vriend uit Indonesië en Korea, naar een amusementshal geweest waar we hebben gespeeld met de typisch Japanse fotohokjes. Het idee is dat je met z’n allen foto’s maakt en die kun je later dan bewerken en de gekste dingen mee doen. Veel Japanse meisjes gaan hier heel serieus mee om en proberen de mooiste foto’s te maken nadat ze zich hebben opgemaakt in de bijbehorende ruimte met enorme spiegels, en ik zag eigenlijk niemand die er zo onserieus mee omging als ons.
Daarna hadden we nog tijd voor één kort potje bowlen en het is maar weer bewezen dat ik er verschrikkelijk slecht in ben, ook al had ik het als enige eerder gedaan. Onze vriend uit Indonesië, die op dat moment aan het vasten was vanwege de Ramadan, haalde de hoogste score, petje af. 😉

We moesten ons haasten om op tijd te komen bij de yukata les, en onze vriendin uit Turkije zou zich nog bij ons voegen dus we waren erg laat. Het bleek ook onmogelijk om de plek te vinden, en uiteindelijk kwamen we daardoor minstens een half uur later aan. Maar het scheen niet zo erg te zijn, en we konden meteen beginnen. Jezelf in een yukata kleden is nog een hele klus, maar toch sloegen we er allemaal in op het einde.

IMG_2594 IMG_2596

Op de dinsdag die week, 14 juli, was er weer een welkomsfeest, ook al ga ik binnenkort alweer terug naar Nederland, deze keer van mijn dormitory. Er was weer allerlei heerlijk eten en deze keer sloeg ik er in wat meer sushi te eten dan de afgelopen keer. 😉 Het was leuk om kennis te maken met de bewoners – er wonen lang niet alleen maar studenten in het huis. De directeur van de universiteit was ook van de partij en we wisten een foto met hem te regelen.

11705229_844854132235206_221246530706456805_n IMG_2629

En toen, op woensdag 15 juli, was het eindelijk zo ver; Gion Matsuri, het grootste zomerfestival van Kyoto en één van de drie bekendste in heel Japan. Eén van mijn vriendinnen en ik wilden heel graag in yukata gaan, dus die hadden we meegenomen naar school (we zouden gelijk vanuit school vertrekken) en ons omkleden in de kamer van een andere vriendin die in de dormitory op de campus woont. Veel te laat kwamen we op de afgesproken plek aan, maar het was ons toch gelukt om zelf de yukata aan te trekken (en de obi – de band die om de middel gaat – te strikken, want dat is eigenlijk het moeilijke ervan). Ik had ook de traditionele slippers die bij yukata gedragen worden aan, geta worden ze genoemd. Later bleek dat niet het beste plan geweest te zijn, want ik had ontzettend zere voeten en een blaar opgelopen… Bovendien lopen ze erg lastig en langzaam, maar ondanks dat was het toch geweldig om in de traditionele matsuri (zomerfestival) kleding rond te lopen op het grootste festival van Kyoto. Gion Matsuri wordt gevierd sinds 970. In 869 leed Kyoto onder een afschuwelijke plaag, en daarom werd de godheid van de Yasaka shrine (waarvan geloofd wordt dat dat de broer is van de Zonnegodin) overgedragen in verschillende wagens, die werden gedragen door het Gion district van Kyoto. Daarna verdween de plaag en sindsdien viert men het festival, met prachtige praalwagens waarin verschillende godheden verankerd zijn. De praalwagens worden tentoongesteld met prachtige lampionnen en lichten op de avondfestivals, waar ik die dag heenging, en er is een grote parade met de praalwagens na de avondfestivals.
Het Gion district was geheel verlicht en het was er ontzettend vol met mensen, waarvan minstens de helft gekleed was in yukata. Behalve de tentoonstelling van de praalwagens verspreid over het gebied, waren er allerlei kraampjes met spelletjes, eten en drinken – typisch voor de Japanse festivals en misschien min of meer te vergelijken met kraampjes die wij kennen op de kermis. Traditionele snacks voor Japanse zomerfestivals waren overal te koop, en ik heb onder andere de ringo ame – appel ‘snoep’, een appel gedoopt in zoete plakkerigheid – een verschrikkelijke klus om te eten, maar ik wilde het per se proberen omdat het zo typisch is voor de matsuri. De sfeer was ondanks de ongelofelijke drukte echt heerlijk, zo met de verlichte praalwagens – die echt ontzettend indrukwekkend en groot waren. Het was toch wel één van de mooist ervaringen tot nu toe, vooral omdat ik er heel erg naar had uitgekeken om naar een matsuri te gaan.

IMG_2660 IMG_2679  11215836_844088205645132_6006845336180678559_n  IMG_2691    IMG_2685     IMG_2701

Op de vrijdag van Gion Matsuri, de dag van de parade, woedde er een tyfoon over Kyoto heen, dus ik ben niet wezen kijken. Ondanks het verschrikkelijke weer ging het echter wel gewoon door, waar ik heel verbaasd over was. Het hele weekend ben ik binnen gebleven, want het weer was letterlijk af-schu-we-lijk. Het bleef maar regenen, non stop, voor meer dan 24 uur aan één stuk door en de wind was ook verschrikkelijk sterk. De hele vrijdag door kreeg ik ook alerts voor aardverschuivingen op mijn Japanse mobieltje, die ik niet kon lezen omdat ze geheel in het Japans geschreven waren. Ik probeerde ze iedere keer te vertalen met Google translate om toch een beetje op de hoogte te blijven, maar het is wel bekend dat daar over het algemeen niet echt de beste vertalingen uitkomen, en dat bleek maar weer. Er heerste toch wel lichte paniek toen bleek dat er nu een waarschuwing was gegeven voor het gebied waarin ik verblijf, maar ik snapte niet precies hoe en wat vanwege de kromme vertaling. Op Facebook werd ook gespeculeerd, maar niemand wist echt precies wat de bedoeling was. Uiteindelijk ben ik toen maar naar beneden gegaan met één van mijn vrienden die in dezelfde dorm verblijft in de hoop iemand te vinden die ons uitleg kon geven. Toen bleek dat in Japan een soort van systeem is waarbij waarschuwingen gerangschikt worden in niveaus – voor ons gold een niveau 2 waarschuwing, was het niveau 3 geweest dan hadden we moeten evacueren naar een veiligere plek. Nu werd enkel aangeraden een tas klaar te maken voor het geval de waarschuwing naar niveau 3 werd getild. Dit gebeurde gelukkig niet, dus de tyfoon is verder verlopen zonder te veel problemen. Toch was het wel even schrikken – in Nederland gebeurt er nooit zoiets. 😉 (Op de foto: Kamo rivier na de tyfoon.)

IMG_2725

Op zondag was het weer eindelijk gekalmeerd dus kon ons plan om te gaan koken en picknicken voor die dag doorgaan. Mijn kamer was uitgekozen als kookbasis, omdat ik een enorm grote kamer en keuken heb. 🙂 We hebben onder andere Koreaanse pannenkoeken met kimchi, en de Nederlandse pannenkoeken gemaakt, en ook wat sandwiches, en brachten ze naar de delta in de Kamo rivier (de rivier vertakt daar in de Takano rivier en het vervolg van de Kamo rivier). Daar hebben we heerlijk gepicknickt. Die avond gingen we naar het volgende festival op de planning; Yoi-miya festival bij Fushimi Inari. Dus voor de derde keer keerde ik terug in Fushimi Inari – de shinre die bekend staat om de enorme rij tori poorten die de bergen in leiden, en het was het heel erg waard. Misschien was het nog wel mooier dan Gion Matsuri. Hier was de hele shrine, die behoorlijk groot is, helemaal verlicht en dat zag er prachtig uit in het donker. Ook was er muziek en wederom kraampjes met eten en spelletjes. Er was een soort traditionele dans aan de gang en na het even geobserveerd te hebben, bleek deze heel makkelijk te zijn, dus een paar van ons, waaronder ik, voegden ons op een gegeven moment bij de groep en dansten mee met hulp van een Japanse vrouw. Het eerste gedeelte van de tori poorten rij was ook verlicht met lampionnen, dus het was geweldig om daar doorheen te lopen in de donkere nacht.

IMG_2787 IMG_2795 IMG_2823 IMG_2854 11751767_786579354792374_4217868791127887467_n

Gion Matsuri loopt voor twee weken, waarbij in de tweede week het eerste festival herhaald wordt op kleinere schaal. Dus die vrijdag vond ik de kans om toch nog de parade te bekijken, in de plaats van de grotere waarbij de tyfoon roet in het eten had gegooid. De parade begon heel erg vroeg in de ochtend en overlapte half met mijn lessen, dus ik ben in mijn eentje gegaan, maar ik ben heel bij dat ik geweest ben. Het was heel indrukwekkend om te zien hoe die enorme praalwagens geheel door mankracht vooruit werden getrokken. Ik heb ook kunnen praten met wat vriendelijke Japanse ouderen, en ik ben trots dat ik in het Japans een gesprek met hen kon voeren!

IMG_2886 IMG_2891 IMG_2900 IMG_2907 IMG_2913 IMG_2919 IMG_2942 IMG_2945

De volgende stop in het festivalseizoen was Tenjin Matsuri in Osaka, die samen met Gion Matsuri bij de drie grootste en bekendste festivals van Japan hoort. Eigenlijk was het plan om dat weekend naar Shirahama – een prachtig strand in het zuiden, drie uur rijden van Kyoto, te gaan, maar er was iets mis gegaan met de reservering van het hostel waardoor dat plan helaas niet meer door kon gaan. Ik moet zeggen dat ik daar wel licht van baalde, maar toen we eenmaal in Osaka waren voor het festival, was ik dat alweer vergeten. Want ook dat was een prachtig festival, zeg. De parade van dit festival wordt deels op de rivier gedaan in grote boten, met muziek en vuur. Ja, vuur! We vulden de namiddag met lopen langs de oever van de rivier, waar weer enorm veel spellen- en eetkraampjes waren, hier nog veel meer verschillende dan in Kyoto, waaronder een spookhuis! Ik moet zeggen dat de engheid wel meeviel, totdat ik, die achteraan liep achter de drie jongens uit onze groep, ik was het enige meisje dat mee naar binnen wilde – op mijn schouder werd getikt en een eng monster in het gezicht keek toen ik me omdraaide. Voor de rest hadden ze toch wel iets beter hun best mogen doen, de makers van het spookhuis. 😉 Terwijl we ons langzaam voortbewogen richting de plek waar het vuurwerk ’s avonds zou beginnen, kijkend bij de kraampjes en spelletjes, hielden we de rivier in de gaten toen er boten langs kwamen om zo de parade ook niet te missen. De locatie van het festival was fantastisch mooi.
Het was nog een hele klus om de locatie van het vuurwerk te vinden, uiteindelijk zijn we met de grote stroom meegegaan en kwamen we uiteindelijk op een brug terecht. Een brug helemaal propvol met mensen. Het was niet bijzonder aangenaam, maar toen het vuurwerk eenmaal begon bleek dit wel echt een fantastische plek te zijn – zowel links als rechts van ons begon de show, die wel zo’n anderhalf uur duurde. Onderweg terug naar het station gebeurde iets wat al de hele tijd dreigde te gebeuren – een vriendin uit Indonesië en ik (beiden zonder internet) raakten de rest van de groep kwijt, terwijl we foto’s aan het maken waren van een verlicht Osaka kasteel waar we langs kwamen. Eigenlijk was het al een wonder dat we in de grote groep waarmee we waren elkaar telkens terug hadden gevonden, want het is niet moeilijk om iemand uit het oog te verliezen in die menigte. Wonder boven wonder vonden we elkaar terug op het station en konden we toch nog met z’n allen terug naar Kyoto reizen.

IMG_2951 IMG_2959 IMG_2971 IMG_2992 IMG_2993 IMG_3019 IMG_3039 IMG_3052

De volgende zondag waren de meesten van ons te moe en hadden teveel essays om te schrijven om iets te gaan doen, maar ik en nog een paar anderen wilden er toch graag tussenuit, en eindelijk, eindelijk, eindelijk was het tijd om het Himeji kasteel (het grootste en zogezegd mooiste kasteel van Japan) te bezoeken, een plek waar ik al sinds het begin heen wilde! 🙂
Het was een stuk langer reizen naar Himeji dan ik had gedacht, maar het was het heel erg waard. Het kasteel is echt prachtig en enorm. De binnenkant is echter minder indrukwekkend en het was ontzettend druk, waardoor we heel veel tijd hadden besteed aan weer naar buiten komen.

IMG_3059 IMG_3071 IMG_3103 IMG_3094

Onderweg naar huis stopten we in Kobe, waar we op aanraden van onze vriend uit Singapore Kobe biefstuk hebben gegeten – bekende, enorm goede biefstuk, maar verschrikkelijk prijzig. We hadden echter een restaurant gevonden waarin het minder duur was en de prijs eigenlijk, na enig omrekenen, gelijk is aan normale biefstuk in Nederland. De chef maakt de biefstuk voor je neus klaar op een enorme grilplaat waar je met z’n allen omheen zit, samen met wat groenten. En ik moet toegeven, het verschil met normale biefstuk proef je echt.

IMG_3117 IMG_3119 IMG_3122 IMG_3128 IMG_3132

Die week die volgde was het tijd voor een hoop toetsten en inlevermomenten, en het is me gelukt om alles op tijd af te krijgen, met uitzondering van een essay dat ik nog op 6 augustus moet inleveren. Mijn eindtoets Japans viel heel erg mee en ik ben wel vrijwel zeker dat ik daarvoor geslaagd ben. De kanjitoets vond ik wel heel erg moeilijk, dus ik ben benieuwd hoe ik dat gedaan heb. 🙂 Na afloop van mijn Japanse speech (over Koningsdag 😉 ) zijn we met de klas sushi (eindelijk, eindelijk!!) gaan eten, en het was heerlijk. Het restaurant op zich was al een hele ervaring, want je bestelt sushi op een apparaatje en vervolgens komt het via een lopende band naar je toe, die langs alle tafels heen gaat. Maar ik ben blij dat ik eindelijk sushi heb gegeten in Japan. Het zou toch wel erg zijn als ik naar huis ging zonder sushi gegeten te hebben. 😉

IMG_3143  11693957_10206807947464666_4391612458042789081_n

En dat was het dan. Het semester is voorbij en de tijd voor afscheid nemen is helaas begonnen. Gisteren is één van mijn beste vrienden vertrokken naar Turkije. Als ‘afscheidsfeestje’ zijn we die dag daarvoor met z’n allen nog één keer naar karaoke en shabu-shabu gegaan, en als afsluiting hebben we met vuurwerk gespeeld. 😉 Vuurwerk wordt hier eigenlijk geassocieerd met de zomer, en ‘klein’ vuurwerk mag iedereen kopen en gebruiken, en dat is wat we deden, in de delta van de Kamo rivier. Verwachtend dat we echt alleen ‘klein’ vuurwerk hadden, waren we heel verbaasd toen enkele van onze dingen de lucht in schoten en eentje klapte net zo mooi als het vuurwerk van Tenjin Matsuri.

IMG_3206 IMG_3220

Op de dag van het afscheid was het toch wel emotioneel, vooral omdat de groep vrienden met wie ik omga eigenlijk pas laat echt hecht is geworden, en we ontzettend veel samen hebben beleefd in korte tijd. Een paar van ons zijn met haar meegereisd naar het station van Kyoto waar we elkaar gedag hebben gezegd. Ik hoop haar opnieuw te zien over een paar jaar, misschien in het mooie Istanbul, haar woonplek waar ik heel graag nog eens heen zou willen gaan. 🙂

11822298_850346185019334_3808505985882305712_n

Ook ik heb nog maar weinig tijd met de rest van de vrienden die ik hier gemaakt heb. Wel gaan we met de overgebleven mensen aanstaande maandag en dinsdag naar Nagashima Spa land – een groot water- en pretpark, waar we een nachtje blijven en dus twee dagen hebben om van glijbaan naar achtbaan te rennen en het vuurwerk wat we niet hadden kunnen gebruiken op te maken.
Daarna heb ik nog 2 dagen voordat ik naar de hoofdstad Tokyo reis. Het is ongelofelijk hoe snel de tijd voorbij is gevlogen! Maar gelukkig staan er mijn laatste paar weken in Japan nog een hoop leuke dingen op de planning. 🙂

Dag 78 t/m 98: o.a. the Wizarding World of Harry Potter, een ietwat late ‘welcome party’, een zogenaamd ‘bamboo cutting festival’, een klassenuitje naar het bos en mijn eerste ervaring met karaoke!

Ik probeer het aantal dagen iedere keer mooi te tellen voor de titel van mijn blogposts, maar ik moet toch eerlijk zeggen dat ik niet honderd procent zeker weet of het klopt. Iedere keer lijk ik wel langer bezig te zijn met terug tellen en rekenen dan met mijn post schrijven. 😉 In ieder geval keek ik daarnet wel verbaasd op toen ik zag dat de teller bijna op honderd staat. Honderd dagen! Bijna honderd dagen ben ik al in dit mooie land! Het is heel vreemd, eigenlijk. Het lijkt tegelijkertijd alsof ik hier al maanden ben (wat ook zo is), maar de tijd vliegt ook voorbij en de dag waarop ik hier aankwam, en verdwaald de auto van een chagrijnige taxichauffeur instapte, kan ik me nog zo goed herinneren dat het net zo goed vorige week lijkt te zijn gebeurd. Toch moet ik iedere keer mijn verzameling aan foto’s erbij halen om te bedenken wat ik ook alweer had gedaan in die dagen tussen mijn laatste blogpost en nu. Het is maar goed dat ik al ver boven de 1000 foto’s zit. 😉

Ruwweg drie weken geleden beloofde ik een post over de Universal Studios, en daar ga ik zeker even wat over vertellen, want het was echt een fantastische ervaring. Het is eigenlijk helemaal niet zo’n groot pretpark, ik weet bijna zeker dat de Efteling vele malen groter is, maar wat er voor mij zo bijzonder maakte, was toch echt de zogenaamde ‘Wizarding World of Harry Potter’. Het was nog mooier dan verwacht. Voor de bekenden met deze wereld; ze hebben het hele kasteel nagebouwd, samen met Hogsmeade, en het ziet er echt precies zo uit als ik het me had ingebeeld. Voor de iets minder bekenden; wat ze in dit gebied van het pretpark gedaan hebben is dat ze een gedeelte van de wereld uit de populaire boeken- en filmserie Harry Potter hebben nagebouwd, en het lijkt sprekend. Harry Potter is enorm populair in Japan en dat valt wel te merken, het is niet alleen ontzettend druk in dit gedeelte van Universal Studios, maar er lopen ook heel wat mensen in cosplay (kostuums, verkleed als personages van de serie) rond. Er waren zelfs mensen die een compleet kostuum hadden, plus een uil die op de één of andere magische wijze zijn kop kan draaien, en een toverstok. Ik ben zelf al jaren dol op Harry Potter, dus ik kon mijn enthousiasme daar totaal niet onderdrukken. Mijn vriendin die mee was had de serie zelf nog nooit gezien of gelezen, maar is meteen de volgende dag na het bezoek aan het pretpark de films gaan bekijken. 🙂 Het allermooiste van ‘the Wizarding World’ of Harry Potter – naast het feit dat je Butterbeer kon proeven, dat was ook een hele ervaring – was de attractie in het kasteel. En dat was te merken. De wachttijd liet ons de strenge nummer ‘280’ zien. Minuten. 280 minuten. Moesten we wachten. Mijn vriendin en ik keken elkaar aan, vervolgens naar het kasteel, en sloten ons toen maar aan in de rij. We klampten ons min of meer vast aan het feit dat we zojuist een achtbaan hadden bereden waarvan de wachttijd zogenaamd 90 minuten moest zijn, maar waar we in werkelijkheid slechts 30 minuten voor hadden gewacht. Misschien zou dat hier ook wel zo zijn. Dus daar stonden we, in de brandende zon, en we vermaakten ons met mensen kijken (waaronder twee Japanners in die volledige cosplay die ik zojuist beschreef) en klagen over hoe warm het was. Het leek eeuwen te duren, maar uiteindelijk nam onze hoop wel een vorm aan; uiteindelijk bleken we ongeveer 90 minuten gewacht te hebben, dus niet die afschuwelijke 280 minuten, gelukkig. En het was het zo verschrikkelijk waard, geen twijfel mogelijk. Zodra we het kasteel binnenkwamen wilde ik al huilen, want alles zag er zo fantastisch uit. Toen we in de grote zaal van Hogwarts aankwamen, was het tijd voor de attractie. We hadden geen flauw idee wat er zou gebeuren, alleen dat het iets met 4D was, wat dat ook mocht zijn, we hadden allebei alleen maar ervaring met 3D. Wat er uiteindelijk gebeurde: we stapten een achtbaan in, met 3D brillen op, en daar begon het. We werden van scène naar scène uit de films geslingerd, vlogen op bezems, vluchtten voor dementors (een soort demon-achtige monsters uit het verhaal) en reusachtige spinnen, ontmoetten draken en een hippogrief, en nog veel meer fantastische dingen. Het was echt zonder twijfel de meest geweldige attractie die ik ooit ben tegengekomen, het was echt alsof ik de fictieve wereld was ingestapt voor een paar minuten, fantastisch mooi gemaakt.

IMG_1965 IMG_1973 IMG_1976 IMG_1982 IMG_1988 IMG_2008 IMG_2018 IMG_1958

De Universal Studios had ook voor een exclusieve periode twee attracties van de animes (Japanse cartoons) Attack on Titan/Shingeki no Kyojin en Neon Genesis Evangelion, en natuurlijk hebben we die ook uitgeprobeerd. De Attack on Titan attractie stelde niet bijzonder veel voor, en was alleen een soort van samenvatting van het verhaal, samen met wat 3D details (die extreem heftig waren, overigens, ik zal niet al te gedetailleerd beschrijven, maar ik stond echt perplex dat ouders hun achtjarige kinderen mee naar binnen namen). Neon Genesis Evangelion was een briljant goede 3D film waarin je zelf in het – even simpel gezegd – gevecht met aliens werd gegooid. Al met al een enorm geslaagde dag, met als enorm hoogtepunt die geweldige attractie in het Hogwarts kasteel.

IMG_1914 IMG_1927 IMG_1929  IMG_2030IMG_1943  IMG_1942

Later die week was het tijd voor de ‘welcome party’ van Kyoto University. Jaja, ik ben bijna 100 dagen hier, maar ik heb nu mijn welcome party gehad. Ik moet zeggen dat ik het zelf ook allemaal wat laat vond, maar goed, prima, natuurlijk ben ik gegaan. 🙂 Mijn oude yosakoi dance club, Saikyo zenzen, gaf ook een optreden, waaraan mijn vriendin uit Vietnam ook meedeed, dus dat wilde ik zeker wel zien.
Eenmaal op het feest aangekomen waren er tafels vol met prachtig uitziend eten, maar ik moet helaas bekennen dat ik slechts één stukje sushi heb weten te bemachtigen. Toen eenmaal het dansoptreden aan de gang was ben ik naar het podium gegaan om het te filmen, en zodra ik klaar was, was al het eten verdwenen. Helaas, kans gemist. 😉 Het was voor de rest wel erg gezellig, en ik heb weer een hoop nieuwe mensen ontmoet. Na afloop zijn we met een groepje parfaits gaan eten, wat dus min of meer mijn avondeten was, omdat dat ene stukje sushi wel erg weinig was. In eerste instantie was ik dan ook van plan echt wat te eten te bestellen, totdat ik al die prachtige parfaits op de menukaart zag staan, en er gewoon een móést proberen. Het was ongelofelijk, ze leken echt alle smaken en combinaties te hebben, en het duurde dan ook een eeuwigheid voor ik kon kiezen. Uiteindelijk koos ik voor een combinatie van framboos en chocola; een goede, maar ik moet er zeker terugkomen om nog minstens tien andere smaken te proberen.

IMG_2048 IMG_2084

In het weekend van 20 en 21 juni heb ik ook een hoop bijzondere dingen beleefd. Op de zaterdag ben ik met een vriendin terug geweest naar Kurama, waar ik – als ik het me goed herinner – op de vierde dag van mijn avontuur ook ben geweest. De reden voor mijn terugkomst; er was een bijzonder festival op de 20e, namelijk het ‘bamboo cutting festival’. Nu vraag je je – net als mij – vast af waarom ze bamboe hakken, doen ze dat voor de lol of zoiets? Maar nee, we bevinden ons nog steeds in Japan, en in Japan lijkt achter alles een symbolische of mythologische reden te zitten, zo ook hier. De bamboe staat voor een boosaardige, enorme slang die een boeddhistische monnik volgens de legende tegenkwam. Hij sloeg erin deze te verjagen en dat schouwspel wordt nagespeeld bij het ‘bamboo cutting festival’. Er zijn twee teams, en degene die het snelste alle bamboe in stukken hakt, wint, en wordt daarmee gezegend met een goede oogst. Het is een ontzettend populair evenement en dat was heel goed te merken. Wij waren gelukkig op tijd en stonden helemaal vooraan, maar daarvoor hadden we wel een hele tijd moeten wachten, voor het festival eindelijk begon. Maar het was het erg waard, want het was zeker bijzonder om te zien. Het mooie van Japanse festivals is ook de kostuums die ze dragen, alleen daarom al zijn dergelijke evenementen prachtig om te zien.

IMG_2138 IMG_2185 IMG_2247 IMG_2255 IMG_2274 IMG_2276

Op de zondag heb ik opnieuw een flea market bezocht, de op één na grootste en bekendste in Kyoto (na Kitano Tenmangu flea market, waar ik op 25 mei was geweest), bij Touji temple. Ik was ook nog niet bij die tempel geweest, dus ik sloeg min of meer twee vliegen in één klap (op een ‘flea’ market, dus dat klopt al helemaal mooi ;)) hiermee. Wel was ik verschrikkelijk moe van mijn dagje Kurama, want mijn vriendin en ik hadden ook het hele pad van Kibune naar Kurama gewandeld, voor het festival te bekijken, en deze kant op (de eerste keer ging ik van Kurama naar Kibune, andersom dus) was een stuk zwaarder. Dus erg lang ben ik niet gebleven bij de flea market. Ik had er afgesproken met een vriendin uit Turkije, maar het was zo vreselijk druk dat we elkaar pas een uur na de afgesproken tijd heel toevallig – want we hadden beiden de moed al opgegeven – tegenkwamen. Wel vond ik er eindelijk mijn geliefde Japanse perziken, die ik al weken wilde proberen, dus daar heb ik er drie van meegenomen, en een stel geweldig heerlijk uitziende mochi (een soort van Japanse cakejes, gemaakt van rijstdeeg, met een zoete fruitsmaak – ik had aardbei, appel en meloen). Ze hebben zich allemaal goed bewezen, de perziken waren ook heerlijk. In de supermarkt liggen ze nu ook, maar wel een stuk duurder als op de markt, helaas.
Het weer was die dag prachtig, dus ik heb een paar mooie foto’s kunnen maken.

IMG_2285 IMG_2289 IMG_2291 IMG_2294

De dinsdag die volgde was een belangrijke dag voor mijn dansclub, want we hadden een enorme training met bijna 150 mensen. Waarom? Omdat ik heb besloten om op 4 juli mee te doen met een groot optreden. Van mijn kleine internationale dansclub, SOIC, zijn we slechts met z’n drieën, maar het is echt verschrikkelijk leuk. Ik heb nu de hele dans onder de knie en nu is het oefenen, oefenen, oefenen, totdat alles helemaal perfect loop. Ik kijk er enorm naar uit om de dans volledig in de kleding die erbij hoort en alles eromheen uit te voeren!

Twee dagen later gingen we met mijn ‘Global politics of forests’ klas naar, jawel, het bos. En niet zomaar een bos, maar naar Kitayama, en ik wist pas hoe mooi dat was toen ik er aankwam, daarvoor had ik er eigenlijk nog nooit van gehoord. Het is ook lastig met woorden uit te leggen, vandaar dat ik zo ook weer wat foto’s toe zal voegen. Maar de bomen reiken eindeloos hoog, en als je eenmaal het bos inkomt, kom je soms de meest vreemde bomen tegen. Daarnaast zijn er ook een hoop momiji/Japanse esdoorns die in de herfst rood worden, dus dat is ook zeker een plaats die op mijn lijstje zal staan als ik later ooit een keer terugkom in Japan, in de herfst (en dat gaat zeker gebeuren ;)).

IMG_2333 IMG_2351 IMG_2356 IMG_2362 IMG_2369 IMG_2375

En ja, ja, ja, die zaterdag was het eindelijk zover: ik zou voor het eerst karaoke gaan zingen. Karaoke is ontzettend populair in niet alleen Japan, maar eigenlijk in heel Azië. Een hoop van mijn vrienden (die bijna allemaal uit Azië komen) waren dan ook ontzettend verbaasd dat dit mijn allereerste keer was. Goed, karaoke. Wat moet je dan voor je zien? Nou, wat er gebeurt is dat je een kamertje krijgt met je hele groep. Je betaalt voor een bepaalde tijd, of, net als wij deden, voor een onbeperkte tijd. Dan ga je je kamertje binnen en vind je daar een enorme TV en twee apparaatjes waarop je liedjes kunt uitzoeken. Plus natuurlijk een stel microfoons. En dan kan het feest beginnen. Ik was verbaasd over hoeveel liedjes ze hadden, zowel Japans- als Engelstalig. Mijn tweede verbazing is dat we daar wel 5 uur hebben doorgebracht – vandaar dat we allemaal zo moe en schor waren toen we besloten ermee te stoppen. Het was in ieder geval ontzettend leuk en ik ga zeker nog een keer terug voordat ik weer naar Nederland vertrek.

De volgende dag wilden we eigenlijk naar Himeji castle gaan met een groepje, maar we waren na het karaoke allemaal zo uitgeput en toe aan slaap dat we maar besloten onze bestemming iets dichterbij Kyoto te zoeken en toen raadde een Japanse vriend ons aan naar Uji te komen. Dus we zijn met z’n vieren naar Uji gegaan, een stadje in de buurt van Kyoto. Ik had er al het één en ander over gehoord, en het was ook zeker de moeite waard om er te komen. Ik wilde bijna typen ‘één van de mooiere steden die ik gezien heb’, maar heel eerlijk: ik kan me niet eens een lelijke of niet zo’n mooie stad in Japan bedenken. Alle plekken waar ik tot nu toe geweest ben hebben me verre van teleurgesteld.
In ieder geval, Uji was een leuke verrassing. We waren er precies op tijd, want in juni staan de hortensia’s in bloei. Ja, dat klopt, we hebben ook genoeg hortensia’s in Nederland, maar in Uji was het toch wel even een ander verhaal, met die velden vol. Het was een prachtig gezicht.

IMG_2465 IMG_2467 IMG_2473 IMG_2476 IMG_2481 11402738_773313522785624_3865665809047112863_n

Behalve de hortensia’s, had Uji ook een prachtige tempel te bieden, en een rivier die de stad een hoop sfeer en extra schoonheid gaf. Het was er ook rustig en gecombineerd met het mooie weer was het gewoon echt heerlijk om er rond te lopen.

IMG_2499 IMG_2503 IMG_2509 IMG_2514 IMG_2528 IMG_2527

Over dat mooie weer gesproken… Helaas is dat toch wel aan het veranderen. Officieel begint het regenseizoen in Kyoto in juni en loopt het tot aan midden juli, maar we hebben enorm veel geluk gehad in juni met slechts een paar dagen regen. Echter gisteren en vandaag was het verschrikkelijk, het wil maar niet stoppen met regenen. En volgens de vooruitzichten gaat het de komende dagen niet veel beter worden. Ik wil nog het strand in Shirahama bezoeken, maar het is even afwachten of het weer het daarmee eens gaat zijn. Het komende weekend staat in ieder geval mijn dansoptreden op het programma. En vrijdag zal ik Esther zien, mijn vriendin uit Utrecht die op haar terugweg vanuit Taiwan naar Amsterdam een aantal dagen op bezoek is in Japan. 🙂 Verder kijk ik uit naar Gion Matsuri, het meest bekende festival in Japan, dat ruwweg tussen 10 en 25 juli gaat plaatsvinden. Kortom, er staat nog veel op de planning, en ik heb nog maar anderhalve maand te gaan, de tijd vliegt! (Ondertussen probeer ik nog ergens mijn essays te schrijven…)

Dag 63 t/m 77: o.a. een verrassende trip naar Ohara, terug in Osaka, een pottery class en het (eindelijk!) dragen van een Kimono

Nu er weer een paar weekenden voorbij zijn, leek het me toch weer een mooi moment om aan mijn blog te schrijven voor er weer ineens een maand zonder schrijven voorbij is. 😉 Ik vind het nog steeds ongelofelijk hoe snel de tijd gaat; ineens heb ik nog maar twee maanden over. Op 7 augustus vertrek ik naar Tokyo, waar ik 8 dagen zal blijven, dan ben ik nog voor ongeveer anderhalve dag terug in Kyoto om mijn koffer in te pakken en mijn kamer achter me te laten, waarna ik op 17 augustus naar Seoul vlieg. Vanuit daar zal ik op 21 augustus teruggaan naar Schiphol. Hoewel ik er enorm naar uit kijk om Tokyo te verkennen ben ik ook half in de stress over alle plekken die ik nog hier in de buurt wil bezoeken! Ik heb te weinig tijd! Daarbij beginnen mijn essays zich ook op te stapelen. Ergens moet ik prioriteiten stellen, en, even heel eerlijk, mijn prioriteit ligt toch echt íetjes hoger  bij het bekijken van dit mooie land, mede door het feit dat ik me eigenlijk niet zo heel druk hoef te maken over studiepunten en cijfers (dit omdat ik een extra jaar aan mijn studie ga plakken om ook een minor te kunnen volgen). Het is in ieder geval duidelijk dat dit niet mijn laatste keer in Japan gaat zijn. 🙂

Over plaatsen bezoeken gesproken, ik heb eigenlijk toch weer een hele hoop gedaan in de twee weekenden die ondertussen weer voorbij zijn gevlogen.
Op 30 mei ben ik geheel spontaan met twee vrienden naar Ohara gegaan – een dorpje ten Noorden van Kyoto. Ja, geheel spontaan. We wilden ergens heen, maar hadden geen tijd meer om iets goed te bespreken en ver weg te gaan, vonden op de kaart de naam Ohara en zijn toen de bus ingestapt na te hadden gevonden dat er aardig wat mooie tempels zouden moeten zijn. En echt, we zijn niet teleurgesteld. Het was een aardig ritje naar Ohara in de hobbelige bus, maar het uitzicht dat we hadden terwijl we omhoog te bergen in cirkelden maakte dat we de tijd niet eens zo in de gaten hadden. Eenmaal bij het busstation van het dorpje aanbeland, kwamen we meteen tot de conclusie dat dit een prachtige plek was – en dat deze nog veel mooier zal zijn in de herfst, omdat het letterlijk vol staat met de momiji (de Japanse esdoorn – die rood kleurt in de herfst en een beroemde toeristische attractie is in het herfstseizoen). Helaas zijn we alle drie – ik, een meisje uit Turkije en een jongen uit Indonesië – maar een half jaar hier en zullen we de herfst dit jaar niet in Japan meemaken (maar ik weet zeker dat ik een keer in de herfst terug ga komen). Na minstens een half uur totaal de tegengestelde richting op gelopen te hebben, vertelden twee Japanse voorbijgangers die we de weg vroegen ons dat we toch echt de andere kant op moesten voor onze tempel. Dus we keerden om en gingen de lange weg terug. Geen probleem hoor, want we liepen tussen de rijstvelden, langs kleine huisjes en met uitzicht op de bergen (die prachtig rood gaan kleuren in de herfst – ik wil het zien, ik wil het zien!). Er was bijna niemand en de stilte was heerlijk – eigenlijk krijg je dan pas door dat je die toch wel mist, zelfs al is Kyoto vele malen rustiger dan Osaka of Tokyo.

IMG_1656 IMG_1660 IMG_1661 IMG_1664

Onderweg – nu de juiste richting op – kwamen we geheel toevallig een groepje studenten tegen die we kenden van onze Japanse les. Zij waren al bij de tempel in kwestie – Sanzenin temple – geweest en vertelden ons dat het echt heel erg de moeite waard was, dus we vervolgden onze weg. Eenmaal daar aangekomen waren we het met elkaar eens dat dit misschien wel de mooiste plek was in Kyoto die we tot nu toe gezien hadden. Overal was groen, riviertjes, bruggetjes die de tempel en subtempels omringden. We vonden zelfs een klein watervalletje. Toch jammer dat het geen herfst was, want ook de tuin rondom Sanzenin stond vol met momiji.
Daarna zijn we nog bij een tweede tempel geweest, die niet zo indrukwekkend als de vorige was, maar we kregen wel een traditionele kop groene thee en wat lekkers, waarvan we uitkijkend op de omringende bamboe konden genieten.

IMG_1683 IMG_1686 IMG_1689 IMG_1692 IMG_1699 IMG_1711 IMG_1714 IMG_1715

De dag erna had ik met een Vietnamese vriendin afgesproken om naar Osaka te gaan. Als mede manga en anime fan zou ik haar ’s ochtends Den Den Town laten zien (ja, alweer), en ’s middags was er een gratis concert waar we heen zouden gaan. In Den Den Town raak je eigenlijk nooit uitgekeken, en we hebben vooral veel plezier gehad met de Gacha pon – je weet wel, van die machines waar je een muntje in stopt en dan draai je eraan, waarna er een bol uitkomt met een (meestal) flut cadeautje erin. We hebben ze in Nederland ook wel, maar in Japan is het echt een heus verschijnsel waar, vooral voor de manga en anime fans, hele geweldige dingen in kunnen zitten. En ze hebben er zo verschrikkelijk veel, het is ongelofelijk.
Het concert was ook enorm interessant. Het leek wel een eeuwigheid te duren voor we de locatie hadden gevonden, maar toch sloegen we er op de één of andere manier in op tijd aan te komen. Op dat moment waren we allebei Osaka eigenlijk wel meer dan zat – het is zo onmogelijk om er de weg te vinden, en zelfs de bewoners stuurden ons de verkeerde kant op – doe toch maar Kyoto. Het concert bestond uit onder andere wat liedjes, begeleid door traditionele Japanse muziekinstrumenten, een soort toneelstuk wat niet echt een plot had maar van wat ik ervan had gegrepen min of meer ging over een man en vrouw die gingen trouwen en op huwelijksreis gingen. Daarnaast was er een soort jongleur die van allerlei trucjes kon, en ook een interessante acteur in een kostuum waar ik toch even meer research naar moet doen, want ik ben zeer benieuwd naar wat het voor moest stellen.

IMG_1766 IMG_1784 IMG_1789 IMG_1803 IMG_1807 IMG_1823

Het weekend erna, van 6 en 7 juni, stond ook enorm volgepland. Op zaterdag had ik een pottery class, georganiseerd door de universiteit, waarbij we met 20 studenten onder andere een kom hebben beschilderd en er daarna ook een zelf hebben geboetseerd. Het was enorm leuk dat we dat in een shrine deden, eentje die ook bekend staat om het maken van potten en kommen. Er schijnt ook ieder jaar een soort pottery festival te zijn, maar helaas ben ik op die dagen in Tokyo.
De locatie was enorm mooi dus, maar het was wel bijna onmogelijk om een plek te vinden om onze meegebrachte lunch op te eten. Dat mocht niet in de shrine, en we konden nergens een bankje vinden! Uiteindelijk hadden we dat dus maar staand gedaan, waarna we terugkeerden voor het boetseren van onze eigen kom. Simpel was het niet, maar wel erg leuk om te doen. Aan het eind van de maand kunnen we hem ophalen – ik ben zeer benieuwd wat ik er van gemaakt heb. 😉

IMG_1839 IMG_1861

Afgelopen zondag was een dag waarna ik al een hele tijd uitkeek, namelijk de ‘Kimono wearing experience’ – een evenement georganiseerd door het iAT (international afternoon tea), een groep vanuit de universiteit die allerlei evenementen organiseert voor exchange studenten. Het idee was dat we een traditionele kimono gingen dragen en naar Shimogamo shrine zouden lopen om wat mooie foto’s te maken en tja, te ‘ervaren’ hoe het is om een kimono te dragen.
We werden geholpen door Japanse studenten bij het aantrekken. Of tja, geholpen, eigenlijk werden we gewoon door hen aangekleed – het is echt onmogelijk om dat zelf te doen. 🙂 Je krijgt eerst een soort ‘onderjurk’ en daarover heen komt de kimono, ja snapt hem misschien al – het is echt enorm warm. Ik begrijp nu wel waarom in de zomer vooral yukata (een simpelere versie van de kimono, vaak van katoen gemaakt en zonder de onderjurk) worden gedragen.
Gelukkig was het die dag niet al te warm, geen 30-33 graden zoals de eerste groep, een week eerder, had meegemaakt, dus in dat opzicht hadden we toch wel geluk. En daar gingen we – op naar Shimogamo shrine… op een slakkentempo. Want pfft, wat is het een gedoe om normaal te lopen als je een kimono draagt! Je kunt maar heel kleine stapjes zetten en komt bijna niet vooruit. Ik ben eigenlijk een persoon die graag snel loopt en een hekel aan getreuzel tijdens het lopen heeft, dus ik werd bijna gek van mezelf. Maar langzaam aan wende het wel en konden we al wat sneller.
Shimogamo shrine blijft een prachtige plek, hoe vaak je er ook komt, en het voelde meteen heel anders aan om er ook echt in kimono te komen. Veel Japanse mensen komen ook in kimono naar shrines en tempels om de goden die daar ‘enshrined’ zijn respect te tonen. Want dat is het eigenlijk, wat mensen doen als ze een muntje in de shrine gooien, twee keer klappen en buigen. Respect tonen aan de desbetreffende god, of simpelweg gedag zeggen.
Vlakbij Shimogamo shrine is een kleine shrine waarvan gezegd wordt dat als je die bezoekt, je een goede partner zal vinden. Ik heb daar toch ook maar even een muntje ingegooid. 😉 Mijn toekomstvoorspelling die ik bij Shimogamo kocht (die ik als boekenlegger ga gebruiken, want hij is heel erg mooi) zei dat ik een hoop geluk zou krijgen, dus dat is ook weer mooi meegenomen. 🙂

IMG_1874 IMG_1879 IMG_1887 IMG_1901

Afgelopen maandag ben ik met dezelfde Vietnamese vriendin als met wie ik naar Osaka was geweest een kaartje voor Universal Studios gaan kopen bij een ingewikkeld ticketautomaat in de Lawson convinience store. Het was een heel gedoe en alleen maar in het Japans, maar we zijn er toch in geslaagd. Dus het plan voor aankomende zaterdag is om naar Universal Studios te gaan – een groot pretpark in Osaka waar onder andere een enorm Harry Potter gedeelte is, en ook een hoop attracties die gaan over Japanse manga en anime series. Ik kan niet wachten om te gaan! Mijn volgende blogpost zal daar ook zeker over gaan! 😉

Dag 34 t/m 62: o.a. Golden Week en een hoop drukte

Toen ik moest gaan tellen op hoeveel dagen ik inmiddels zit, kon ik bijna door de grond heen zakken, omdat ik bijna een maand niet aan mijn blog geschreven heb! Het is absurd hoe verschrikkelijk snel de tijd gaat, en er zijn nog minder dan 3 maanden over van mijn tijd hier, wat betekent dat ik deze nog maar goed moet vullen met een hoop leuke dingen! 😉

Ik heb het de afgelopen tijd zo druk gehad dat ik maar niet aan schrijven toekwam. Ik ben lang niet iedere dag in het weekend weggeweest, maar helaas wil mijn huiswerk zich de laatste tijd nog wel eens opstapelen (je zou bijna vergeten dat ik hier voor mijn studie ben), en dan nam ik mezelf voor wat te schrijven ná mijn huiswerk, maar ja, dan was het zo ver en was ik er helemaal klaar mee en liet ik het schrijven maar zitten. Op dit moment schrijf ik dit ook ongeveer een uurtje voor ik naar school moet en ik geloof er niks van dat ik het af krijg, dus ik ben benieuwd wanneer ik dit bericht uiteindelijk zal publiceren. 😉

Goed, een hoop drukte dus (Nihon no seikatsu wa isogashii desu. / Het leven in Japan is druk. – Ja, ja, mijn Japanse vaardigheden gaan ook steeds meer vooruit.) Vlak na mijn vorige blogbericht was het zoals aangekondigd Golden Week, en die heb ik doorgebracht met mijn familie. Ze verbleven in het gebied wat min of meer het centrum van Kyoto te noemen valt – het winkelgebied en toeristengebied. Ik zou de dag waarop ze aankwamen (woensdag 29 april – al bijna een maand geleden, niet te geloven), naar het hotel komen en ik zou ze nog wat plekjes laten zien. Helaas stonden we allebei bij een ander hotel. Toch lastig als er meerdere ‘Mitsui Garden Hotels’ zijn in Kyoto, zouden ze toch andere namen moeten geven… Voor de verandering was ik overigens deze keer op de juiste plek en moest ik even wachten tot ze zouden verhuizen naar de juiste Mitsui Garden vestiging. Gelukkig was het allemaal niet al te ver en hoefden ze geen kilometers met koffers te slepen. Grappig was dat ik vlak voor ik mijn familie ontmoette nog even gewinkeld had (was te verwachten in dat gebied) en ik had een cabin size koffertje gekocht voor o.a. mijn reis naar Tokyo en ook als handbagage op de terugweg (want ik weet nu al dat ik alles anders nooit mee terug kan nemen), dus het was net alsof ik ook aan het inchecken was bij het hotel, ook al was er maar voor 3 personen gereserveerd.

Het was toch al vrij laat die dag dus we hadden niet bijzonder veel tijd meer om dingen te bekijken, maar ik heb mijn ouders en broertje wel de Nishiki Market laten zien, aangezien die vlakbij hun hotel lag. En ik ben nog een keer met ze in het restaurant geweest waar ik al eens eerder Okonomiyaki had gegeten, en dat was weer erg goed en lekker.

De dag erna was het donderdag, waarop ik wel gewoon les had, maar ik ben wat eerder weggegaan zodat we aan het einde van de ochtend nog met z’n allen weg konden. We hebben toen de wandeling gemaakt die ik op mijn tweede dag in Kyoto ook heb gedaan, maar nooit af heb kunnen maken. Dit was de wandeling door Maruyama park, Yakasa Shrine en via de winkelstraat richting Kiyomizudera temple. Alleen Kiyomizudera had ik toen niet voor sluitingstijd gehaald, en deze keer wel. En dat was het enorm veel waard, want het had een prachtig uitzicht en misschien ook wel één van de mooiste tempels die ik gezien heb tot nu toe. Daarbij was er ook nog een bijzondere attractie, waarbij we eigenlijk niet wisten waar we aan begonnen, tot we binnen stonden. Het idee: we gingen een gang in, naar beneden, waar geen licht was, met onze linkerhand tegen de muur aan, liepen we verder. Ergens in het midden zouden we een soort steen vinden die oplicht en als we die dan zouden aanraken, bracht dat geluk. En zo gingen we in het donker verder, tot we weer boven waren. Je kon letterlijk geen hand voor ogen zien. 😉

IMG_1054 IMG_1070 IMG_1085  IMG_1090

Op de vrijdag zijn we nogmaals naar Fushimi Inari geweest, waar we toen wel de hele wandeling hebben afgemaakt. Uiteindelijk viel het nog wel mee met hoe ver het was in vergelijking met wat ik een aantal dagen eerder zelf had gelopen, en het was natuurlijk nog steeds allemaal even mooi. ’s Avonds nam ik mijn familie mee naar mijn dance practice, en stelde ik hen voor aan een aantal leden.

Zaterdag en zondag werden gevuld met een bezoek aan Nara en een bezoek aan Arashiyama.
Nara was nog een hele belevenis, aangezien dat een stadje is waar een enorm park centraal ligt, en daar loopt het helemaal vol met hertjes, die niet alleen in het park blijven, maar ook in de gebieden lopen van de tempels en shrines die het stadje kent. Nara is vrij klein, en het heeft weer een hele andere sfeer dan Kyoto en Osaka. Dat is één van de dingen die ik zo mooi vind aan Japan; iedere stad waar je komt is weer totaal anders. Natuurlijk, alles heeft zo zijn eigen tempels en shrines en is in dat opzicht hetzelfde, maar de sfeer die er hangt en gewoon hoe het eruit ziet is totaal verschillend. De hertjes zijn eigenlijk een heuse ‘attractie’ van Nara. Het idee is dat je ze kunt voeren met een soort van koeken die je ter plekke kunt kopen, maar 9 van de 10 beesten hoeven niks, omdat ze al zo volgepropt met het spul zitten. Dus je kunt proberen wat je wil, maar ze hoeven écht niks. Ze lagen ook allemaal op een hoopje lui te liggen, het interesseerde ze allemaal vrij weinig wat die mensen allemaal aan het doen waren. Een einde verderop richting een shrine kwamen we wel een groepje tegen dat vrolijk aan het rond huppelen was; dat leek weer wat meer op hertjes zoals hertjes zijn.

IMG_1278 IMG_1281  IMG_1330 IMG_1356

Nara is, net als Kyoto, een tijdje de hoofdstad van Japan geweest, en het heeft één van de belangrijkste bezienswaardigheden van het land: de grote Buddha in Todaiji temple – oftewel, Daibutsu, zoals die hier worden genoemd. Het is de meest bekende Daibutsu – maar niet de grootste – in Japan. Dat was ook wel te merken, want het was enorm druk in de tempel. Het stond stampvol met mensen en het was maar goed dat Buddha zo groot was want je kon hem natuurlijk alsnog wel zien, ondanks de drukte. Dat was wel enorm bijzonder, en het is bijna ongelofelijk dat er nóg grotere Daibutsu zijn. Onderweg naar buiten kwamen we ook langs een vreemd tafereel; er was een gat in een lange pilaar en er stond een hele rij kleine kinderen die om de beurt probeerden er doorheen te kruipen. Ik had er eerder al wel iets over gelezen; ze zeggen dat zij die er succesvol doorheen kunnen worden beloond met geluk.

IMG_1299 IMG_1308 IMG_1325

In Arashiyama bezochten we het Monkey Park dat ik de vorige keer had overgeslagen, en hebben we ook een stuk verder gewandeld dan ik zelf eerder had gedaan. Het Monkey Park was ook een hele beleving, het was weer de bedoeling dat we beesten gingen voeren, maar de apen waren iets gewilliger dan de hertjes van de vorige dag. Zo erg dat ze soms zoveel pinda’s in hun bek propten dat ze niet eens meer konden kauwen. Ik moet wel zeggen dat ze soms een beetje angstaanjagend waren, vooral omdat deze apensoort best wel groot is, en ze lopen echt naast je. En van te voren worden je een hele hoop regels verteld, waaronder dat je niet naar ze mag staren. Mijn moeder kreeg één keer een flinke grom van een grote, dikke aap toen ze een foto van hem probeerde te maken. Hij stelde zijn privacy nog al op prijs.

IMG_1135 IMG_1163 IMG_1171 IMG_1176 IMG_1214

Die avond was het alweer tijd om afscheid te nemen van mijn familie, en de overgebleven dagen van Golden Week was ik dan ook echt moe van al het heen en weer lopen dat ik niet enorm veel meer had gedaan. Wel ben ik nog even terug geweest naar het winkel gebied (wel handig dat ze daar verbleven; nu weet ik ook precies waar alle leuke winkels zitten – of minder handig, aangezien sommige winkels iets te gevaarlijk voor mijn portemonnee zijn). Daarnaast ben ik ook nog even naar Sanjuusangendo geweest – één van de tempels die ik zeker nog wilde zien in Kyoto. En dat was inderdaad heel erg de moeite waard, die gaat ook op mijn lijstje met meest bijzondere tempels en shrines van Kyoto. Ik heb helaas geen foto’s binnen mogen maken, maar wat Sanjuusangendo zo bijzonder maakt, is dat het bestaat uit een lange gang waarin – ja, echt waar – 1000 beelden staan van gewapende Kannon (een boeddhistisch figuur)  met daarvoor 28 beschermgoden, in het midden het standbeeld van de belangrijkste god en aan de zijkanten standbeelden van Fuujin en Raijin – de Japanse goden van de wind en het onweer.
Echt enorm indrukwekkend, en het brengt een hele mysterieuze sfeer mee die lastig is te omschrijven. In ieder geval is het een grote aanrader voor als je ooit in Kyoto komt!

(Nu is even een momentje voor mij om door de grond te zakken en te huilen, want ik had al zo’n 1000 woorden verder dan dit geschreven, maar al mijn tekst is op magische wijze verdwenen. Het zit me niet bepaald mee. Maar ik heb besloten dat ik mijn blog koste wat kost wil blijven bijhouden, dus hier gaan we weer. 😉 )

Mijn volgende bestemming na Sanjuusangendo was Hikone, waar één van de bekendste kastelen van Japan staat. Eigenlijk is het meest bekende kasteel het kasteel van Himeji, en dat ligt ook erg dichtbij (misschien zelfs dichterbij) Kyoto, maar ik heb me laten vertellen dat het op dit moment in de steigers staat, en dat verpest natuurlijk de mooiheid ervan een beetje, dus ik koos ervoor eerst Hikone te bekijken, maar ik verwacht ook nog wel een keer naar Himeji te gaan.
Het was nog een hele klus om in Hikone te komen. Het is namelijk niet de aller populairste bestemming vanaf Kyoto, dus het staat niet op het mooie lijstje bij de ticketautomaten waarop je meteen je perron kunt vinden. Uiteindelijk sprong ik net op tijd een trein in (hij ging maar één keer per uur), zonder helemaal zeker te weten of het de goede was. Pas toen ik in de trein hoorde omroepen dat het volgende station Hikone was, kon ik rusten. Dus tja, een heel stressvrij treinritje was dat niet, maar ik had maar met mezelf besloten dat ik alleen maar een trein terug naar Kyoto moest nemen, mocht ik verdwaald raken.

Eenmaal daar aangekomen was het ook echt vrij rustig, en er waren relatief weinig toeristen, dus ik voelde me een beetje ‘out of place’, wat ik aan de ene kant enorm leuk vond (aangezien ik nu toch uit de toeristenzee was), maar aan de andere kant lichtje oncomfortabel. Maar goed, ik sloeg er al vrij snel in het toeristenpunt te vinden en een kaart te krijgen van een aardige medewerkster daar met wie ik nog even mijn Japanse vaardigheden heb kunnen oefenen. (‘Okuni wa dochira desuka?’ – ‘Oranda kara kimashita.’ -> ‘Waar kom je vandaan?’ ‘Ik kom uit Nederland.’ Ze was erg onder de indruk van het feit dat ik helemaal uit Nederland kwam om Hikone te bezoeken.) Mijn volgende doel was natuurlijk Hikone-jo, oftewel, het kasteel van Hikone. Dat was ook niet erg moeilijk, aangezien het hele stadje zo’n beetje om het kasteel draait. Het was dan ook erg mooi en indrukwekkend om te zien, en ik baalde een beetje dat ik het niet met de bloeiende cherry blossoms had gezien, want dat was vast prachtig geweest. Er was ook een mooi uitzicht over Lake Biwa vanaf het kasteel. De binnenkant was echter niet zo bijzonder, los van de enorm hoge en smalle trappen waar iedereen mee aan het worstelen was (je zou toch denken dat ze in ieder geval in Japan rekening houden met kleine mensen). Maar de buitenkant was zeker de moeite waard om te bekijken en heel verschillend van de kastelen die we in Europa gewend zijn.
De rest van het stadje stelde ook niet heel veel voor; er was nog een ‘castle road’, zoals het genoemd werd, met een serie traditionele winkeltjes en restaurantjes, maar dat was allemaal vrij prijzig.

IMG_1366 IMG_1395 IMG_1398 IMG_1401 IMG_1406 IMG_1424 IMG_1425

Op de maandag ben ik terug in Osaka geweest, met de gedachte dat het dan misschien wat rustiger zou zijn. Ik heb daar onder andere een prachtige shrine bezocht; Sumiyoshi taisha. De shrine is min of meer ‘puur shinto’, in de zin dat het gebouwd is voordat de invloeden van het boeddhisme Japan bereikten. Tegenwoordig zijn het boeddhisme en shintoïsme veelal samengesmolten in een soort typische Japanse religie, en dat zie je ook terug in de meeste tempels en shrines, maar Sumiyoshi taisha kun je dus echt een shinto shrine noemen. Ik heb enorm genoten van de sfeer daar, het was zo rustig, vredig en er was zoveel natuur en het voelde gewoon traditioneel aan. Eigenlijk precies hoe men tegenwoordig het shintoïsme graag omschrijft (hoewel het veel meer is dan alleen dat, en zeker geen correcte definitie); het respect hebben en één zijn met de natuur. Het is ongelofelijk dat het in zo’n drukke, moderne stad vol hoge gebouwen als Osaka ligt. Toch keerde ik daar wel weer naar terug, naar het drukke Osaka. Waar ging ik heen? Juist, Nipponbashi. Slecht plan. Want de tweede keer was het een stuk makkelijker te vinden, wat betekende dat ik ook meer winkels kon bekijken, en ik heb weer een hoop gekocht. Osaka is een gevaarlijke stad voor mij. Daarnaast ben ik ook in het animate café geweest, een café dat iedere maand zijn menu aanpast aan een bepaalde anime (Japanse cartoons). Dat was ook heel erg leuk, en ik ben daar erg geholpen door de serveersters die hun best deden me uitleg in het Engels te geven (want er werden o.a. spelletjes gespeeld waarmee prijzen te winnen waren). Op de terugweg kwam ik erachter dat ik veel makkelijker tussen Osaka en mijn dorm kon reizen dan ik eerst had gedaan (via Kyoto station). Mijn geliefde vriend de Keihan lijn gaat namelijk helemaal naar Osaka, en het veel goedkoper en makkelijker (en niet eens langzamer) om op die manier naar Osaka te gaan.

IMG_1430 IMG_1433 IMG_1438 IMG_1440 IMG_1441 IMG_1455

Laten we nu een sprong maken naar 15 mei, de dag waarop ik mijn eerste Japanse festival heb meegemaakt – Aoi Matsuri, één van de drie grootste festivals van Kyoto. Het was alleen erg jammer dat we die dag gewoon lessen hadden, en we moesten ons daarom heel erg haasten (en voor een keer de Kanji klas laten voor wat hij was) om op tijd de optocht nog te kunnen zijn. Gelukkig kon ik mijn Vietnamese vriendin met wie ik had afgesproken te gaan kijken heel snel vinden en zijn we op onze fiets richting plek van bestemming geracet.
Aoi Matsuri bestaat uit een optocht (van het paleis in Kyoto naar Shimogamo shrine en Kamigamo shrine) die sinds de 6e eeuw wordt uitgevoerd met als doel de goden tot rust te stellen en respect jegens hen te uiten. De oorzaak van het starten van deze optocht is een reeks rampen en epidemieën die in het land uitbraken, wat zou staan voor het feit dat de goden kwaad waren. Het doel was dus om met de Aoi Matsuri deze ellende te beëindigen.
Onze plek van bestemming was Kamigamo shrine, waar we het einde van de optocht hoopten te zien, omdat we vrij laat waren, maar we hadden geluk en onderweg zagen we het begin van de optocht, dus sloegen we er op de één of andere manier in onze fietsen aan de kant te gooien en een mooi plekje langs de kant te veroveren (dat was nog een hele opgave in die mensenmassa).
De optocht was erg indrukwekkend, vooral de kostuums waren heel erg mooi en je kon er wel naar blijven kijken. Het was wel erg stil, omdat ik op de één of andere manier toch muziek had verwacht, maar uiteindelijk is dat eigenlijk alleen maar logisch als je kijkt naar de reden en achtergrond van de optocht; het is niet zo zeer een feest, het is een soort ritueel om de goden tot rust te stellen. Vooral de laatste wagen was ook erg mooi opgemaakt, en we volgden deze ook een tijdje naar Kamigamo shrine toe, maar daar was het zo absurd vol met mensen, dat we maar besloten terug te gaan we hadden de optocht immers al gezien.

IMG_1510 IMG_1519 IMG_1523 IMG_1527

Het volgende weekend was het weekend waarin ik besloot thuis te blijven en me te focussen op mijn huiswerk, omdat ik die week een presentatie en wat andere deadlines had, en bovendien had ik ook net mijn huur betaald. 😉
Toch ben ik die zondag nog even weggeweest met twee andere meiden, omdat er een gratis preview van een Noh performance was in een museum. Noh is traditioneel Japans theater van de elite, de tegenhanger van Kabuki wat officieel bedoeld was voor de lagere klassen. Eenmaal daar aangekomen was het echter zo verschrikkelijk druk dat we alle drie helemaal niks konden zien, dus na zo’n 15-20 minuten zijn we verhuisd naar een winkelstraat in de buurt. Maar het was toch bijzonder om even gezien (?) te hebben. Eentonig gezang samengesmolten met ritmisch getik op trommels vulde de ruimte, terwijl een bijzonder figuur met een geheel wit geschminkt gezicht (we zijn er nog steeds niet uit of het een man of vrouw was, ik zet mijn geld op een man) zich over het opvallend kleine podium bewoog, met een enorme waaier in de hand. Het was allemaal erg gestructureerd, zoals mijn teksten die ik lees bij het vak ‘Intellectual and Cultural History in Early Modern Japan’ al beschreven.

Over bijzondere figuren gesproken, mijn les English, Celts and Lord of the Rings wordt ook steeds interessanter. Zo kregen we drie lessen terug een man volledig gekleed in Schotse kleding op bezoek, speelde mijn docent twee lessen terug op zijn doedelzak (wist je dat een doedelzak niet altijd met de mond wordt opgeblazen? Dat is enkel de Schotse doedelzak, alle andere worden met de elleboog als het ware ‘opgepompt’), en afgelopen les was onze Schotse vriend weer op bezoek om ons een cursus op de Thin Whistle en Bodhrán te geven. De Bodhrán is een traditionele Keltische drum gemaakt van de huid van een geit. Het deed me enorm veel aan een djembé denken, maar dan wordt hij bespeeld met een stok. En het was een stuk moeilijker dan het eruit zag, helaas. Ik was ook geen held op de Thin Whistle, mijn blokfluitlessen zijn toch iets te lang geleden ben ik bang.

Afgelopen weekend stond er een day trip naar Asuka gepland, georganiseerd door de universiteit voor exchange studenten, waarvoor je je kon aanmelden. Dat had ik gedaan, dus ik zat afgelopen zaterdag om 8 uur al in de bus onderweg naar Asuka. We hebben daar onder andere twee musea bezocht (wat niet erg interessant was omdat helaas alle uitleg in het Japans was), onze zelfgemaakte lunch gegeten op een heuvel met mooi uitzicht over de omgeving, Asuka tempel met één van de oudste Daibutsu (grote Buddha) gezien, en een graftombe die me bijzonder veel aan een hunebed deed denken bezocht. Daarnaast hebben we de Japanse manier van steltenlopen uitgeprobeerd en ons verbaasd over hoe moeilijk dat wel niet was. De Nederlandse manier bleek ik echter na al die jaren nog aardig goed te kunnen (bedankt, basisschool!). Bij één van de musea kregen we ook een eigenaardig optreden te zien van een groep oude Japanners met vreemde kostuums en pruiken. Ik heb nog steeds geen idee wat ze aan het doen waren, maar het zag er erg bijzonder uit.

IMG_1546 IMG_1554 IMG_1561 IMG_1562 IMG_1574 IMG_1579 IMG_1584 IMG_1602

Ondertussen ben ik nog druk bezig met mijn dance club, Saikyo. Ik ben eigenlijk
met een ander meisje overgestapt naar een ander onderdeel van de dance clubs in Kyoto, namelijk SOIC, die zich volledig op internationale studenten richt, maar wel dezelfde dans leert. In feite bestaan de dance clubs van Kyoto uit allerlei kleinere groepen en we zijn dus daarbinnen veranderd. Echter gisteren hadden we een gezamenlijke training en hebben de ‘senpais’ (tweede- en derdejaars) van Saikyo ons hun dans laten zien die ze vorige zomer hebben opgevoerd. En daar was ik enorm van onder de indruk. Het was een dans die de sfeer rondom Arashiyama (het gebied in Kyoto met het bamboo pad) uitbeeldt. Ze droegen prachtige kostuums en het was gewoon verschrikkelijk mooi om naar te kijken. Voor degenen die geïnteresseerd zijn heb ik een filmpje gevonden waarop Saikyo de dans opvoert, vorige zomer was dat. 🙂 https://www.youtube.com/watch?v=1Tb_xhWad5I

Goed, dan lijkt het me nu een mooi moment om af te sluiten, want ik ben eindelijk bijgepraat! Tot (hopelijk) snel en vergeet niet het filmpje te bekijken. 😉

Dag 24 t/m 33: op zoek naar een club, ronddwalen op flea markets en een 4 kilometer lange rij torii

Ik heb inmiddels besloten om zo ongeveer wekelijks mijn blog te updaten, zodat ik iedere keer een beetje over mijn sightseeing weekenden kan vertellen plus wat interessante dingen die doordeweeks zijn gebeurd. Deze studieweek wás vrij bijzonder, eigenlijk. Dat kwam omdat ik op een gegeven moment toch had besloten op zoek te gaan naar een club of circle om me bij te voegen, aangezien ik er waarschijnlijk spijt van ga krijgen als ik me niet tussen de ook Japanse studenten zou proberen te mengen. Op donderdagen heb ik altijd een wachttijd van bijna 3 uur op mijn laatste les, dus dat vond ik een mooie tijd om wat informatie proberen te vinden over de clubs die er aanwezig zijn en waarvan het mogelijk is je bij te voegen als internationale student die maar één semester op Kyoudai (zoals Kyoto University hier genoemd wordt – is een samentrekking van Kyoto Daigaku wat dus Japans is voor Kyoto University – ‘Japanese people don’t like long words!’ – aldus mijn Japans lerares) rondlopen. Een andere exchange studente had me verteld waar ik een lijst van clubs zou kunnen krijgen en dat lukte me ook al vrij snel, maar ik moest ter plekke bij de balie beslissen welke clubs me interessante leken en daar zou ik dan de contact informatie van krijgen. Uiteindelijk ben ik naar huis gegaan met de contact informatie van de tea ceremony club. Ik heb ook nog enorm lang naar de anime en manga clubs gestaard, tot ik uiteindelijk mezelf wakker schudde met de realisatie dat dat helemaal niks gaat opschieten, aangezien dat toch allemaal in het Japans zal zijn.
Het lot besloot echter dat ik een andere club zou bezoeken. In de rest van mijn 3 uur lange pauze ben ik met een paar studiegenootjes op bezoek gegaan bij Yoshida shrine, die vlakbij de universiteit ligt. De oplettende lezer zal nu misschien denken, hey, was je daar niet al geweest? Ja, dat klopt inderdaad. Dat was dat enorme park waarin ik verdwaalde en waarvan ik uiteindelijk niet snapte welke shrine nu eigenlijk Yoshida shrine was. Nou, ik weet het nog steeds niet helemaal, maar ik kan één ding zeggen: ik heb weer andere shrines gezien dan die eerste keer, dus het park rondom Yoshida shrine is nog steeds een mysterie voor mij.
In ieder geval, één van de exchange studenten waar ik toen mee was had eerder contact opgenomen met iemand van de matsuri dance club (dat is traditionele Japanse dans, die o.a. wordt uitgevoerd bij matsuri – festivals), iets wat ik eigenlijk al enorm lang super interessant vind, maar telkens aan de kant heb geschoven omdat ik niet echt goed ben in dansen. Maar goed, ik zou niet alleen gaan, dus ik durfde eigenlijk wel, wat maakte dat ik op vrijdag aan het einde van de middag bij de clock tower van de universiteit stond samen met m’n Vietnamese klasgenootje van de Japanse taal klassen, uitkijkend naar enerzijds het meisje dat ons had uitgenodigd mee te gaan, en anderzijds naar de mensen van de matsuri dance club. De clock tower is dé plek waar mensen van clubs verzamelen om hun leden op te halen, en het is dus iedere keer aan het einde van de vijfde periode een heel spektakel. Het duurde even, maar we sloegen erin elkaar te vinden. Toen we eenmaal het meisje hadden gevonden waarmee mijn studiegenootje had gecommuniceerd via e-mail, werden we hartelijk begroet door wat mensen van de club die een soort van brug vormen tussen de Japanse en internationale studenten en dus lidmaatschap voor internationale studenten proberen te promoten en makkelijker te maken. Erg leuk is dat blijkt dat ze volgend studiejaar naar Utrecht op uitwisseling gaat, en we elkaar daar waarschijnlijk terug zullen zien.
Voordat we naar de trainingsplek werden begeleid, kregen we allemaal een stuk tape met onze bijnaam erop op onze kleding geplakt. Het was traditie om iedereen een bijnaam te geven vanaf het begin in deze club. Ik kreeg mijn eigen gebruikte bijnaam Didi opgeplakt, die ik eigenlijk al de hele tijd hier gebruik omdat het veel makkelijker uit te spreken is dan mijn super Nederlandse naam.
Het was een aardig eindje naar de plek waar de training zou plaatsvinden, en ik was mezelf al fietsend aan het afvragen waar we in hemelsnaam terecht zouden komen, enkel om uit te vinden dat ze altijd aan de over van de Kamo river trainen, een fantastisch mooie plek ervoor. Eenmaal daar wachtten er veel meer studenten op ons dan ik had verwacht; de groep was echt enorm. Omdat het hier het begin van het nieuwe schooljaar is, zijn er ook veel eerstejaars die zich bij een club voegen, en daarom waren er vandaag heel veel nieuwe studenten. Daarom werd de dans van dit jaar – ieder jaar werken ze aan een andere traditionele dans – eerst voorgedaan door alle ‘senpais’ (dat betekent eigenlijk letterlijk mensen die in een hoger leerjaar of hogere functie zitten dan jijzelf), en daarna werden we in kleine groepjes verdeeld om zelf de dans te leren. Ik vond het eigenlijk al meteen geweldig toen de dans voor het eerst werd voorgedaan, de muziek was heel mooi en de dans heel opgewekt en met veel geschreeuw en gezang erbij. Het was echt een spektakel om te bekijken, zo in het schemerlicht van de lantaarnpalen en de Kamo river op de achtergrond. Ik vroeg me wel af hoe ik in hemelsnaam voor elkaar zou krijgen zo te kunnen dansen, maar uiteindelijk blijkt het allemaal heel erg mee te vallen, aan het einde had ik het stukje wat we geleerd hadden aardig goed onder de knie en het was ook echt heel leuk om te doen. De groep is wel erg groot, dus je zal nooit iedereen kennen, maar studenten zijn heel erg open en er is altijd wel iemand met wie je een praatje staat te maken, zij het nou in Engels, half Japans half Engels of met handen en voeten. Aan het einde en begin komt de hele groep samen en spreekt de grote leider wat kreten. ‘Otsukaresama deshita!’ schreeuwt hij eerst, wat iets als ‘goed gewerkt!’ betekent, en iedereen schreeuwt dezelfde zin heel hard terug. ‘Kyou wa tanoshikatta desuka?’ (‘Heeft iedereen het naar zijn zin gehad vandaag?’) ‘Tanoshikatta desu!’ (‘Het was erg leuk!’)
Klinkt misschien allemaal wat stijfjes, maar dat is het helemaal niet. Het is allemaal een heel uitbundig gebeuren, en het is ontzettend typisch voor het Japanse studentenleven, zo’n club. Het is zeldzaam om een student te vinden die niet bij een club hoort, meestal gaan ze zelfs naar meerdere. Aan het einde werden we als groep nieuwe studenten getrakteerd op avondeten in het cafetaria van de universiteit, iets wat enorm welkom was, want het was inmiddels al half 9 en er was tussendoor geen tijd om te eten geweest.

IMG_0757

Ik kwam dus vrijdagavond moe en voldaan thuis, maar toch heb ik mezelf gedwongen zaterdag vroeg op te staan, want het was de 25e van de maand en dat betekent: flea market bij Kitano Tenmangu Shrine, één van de drie grootste flea markets van Kyoto. Een studiegenootje van me had me hierover verteld vlak voor ik vrijdag naar de matsuri dance club was geweest, dus ik was er heel laat achtergekomen en was haar nogal dankbaar. Eenmaal aangekomen bij de drukte van de shrine – het stond helemaal vol met kraampjes en mensen en fietsen, óveral – kwam ik haar wonder boven wonder vrijwel meteen tegen en ben ik met een groepje de markt over gelopen. De markt was écht enorm, en ging helemaal om de het gebied van de shrine heen. Er waren eettentjes, veel kraampjes met troep, maar ook heel veel kraampjes met enorm leuke dingen, en natuurlijk veel tweedehandse yukata en kimono. Een yukata heb ik natuurlijk al, maar waar ik wel min of meer naar gezocht had waren de geta – de traditionele schoenen die bij yukata of kimono worden gedragen. Helaas kwam ik niks tegen wat paste, en die aankoop moet dus wachten tot de volgende flea market op de kalender.
Wat enorm leuk was, was dat veel Japanse mensen zich op zo’n markt heel geroepen voelden om buitenlandse mensen aan te spreken, en enorm open en relaxed waren. Heel gewoon is dat niet, want meestal moet je zelf enorm veel moeite doen als je met Japanse personen wil communiceren. (‘Japanese people are very very shy’ – onthoud de woorden van mijn Japans lerares.) Maar we ontmoetten een oudere vrouw met een lieve hond wiens naam Naru is (ik ben trots op mezelf aangezien ik dat haar gevraagd heb in correct Japans), een man die ons toefluisterde dat die schilderen op rol van dit kraampje hartstikke nep waren, terwijl de verkoper ons net had uitgelegd dat ze zo duur waren, omdat ze echt waren (ichi man nogwat; als je dat ooit hoort weet dan dat je iets nooit moet kopen, betekent namelijk 10.000 yen oftewel zo’n 80 euro – toch enorm prijzig voor een souvenir).
Ik heb er taiyaki (een soort van brood/crêpe achtig iets met red bean paste vulling) en yakisoba (gebakken noodles) gegeten, dus qua eten kan ik ook weer wat dingetjes van mijn lijst afstrepen. 😉

IMG_0770 IMG_0771 IMG_0774 IMG_0777

Na de flea market ben ik verder gegaan naar Daitoku-ji (een park met zo’n 24 tempels) en Kamigamo shrine – twee plekken die ik ook nog heel graag wilde zien.
In Daitoku-ji was er een speciale opening van drie tempels die vrijwel nooit open zijn voor publiek en het was erg leuk om deze te bekijken. Het waren weer de wat rustigere, kleine tempels en ik kan er persoonlijk heel veel plezier aan beleven, ook al zijn ze niet zo indrukwekkend als de grotere.

IMG_0786 IMG_0794 IMG_0818 IMG_0828

Kamigamo shrine was ook erg mooi, en ik ben daar ook naar binnen geweest voor een korte rondleiding. Helaas was deze Japans, maar het was niet mogelijk zonder rondleiding naar binnen te gaan. Het was ook niet enorm indrukwekkend om eerlijk te zijn, zeker niet voor de prijs aangezien het zo voorbij was en we niet bijzonder veel te zien kregen. De buitenkant was toch een stuk mooier, met de stroompjes en bruggetjes en mooie natuur eromheen.

IMG_0841 IMG_0843 IMG_0844 IMG_0845

Op zondag ben ik met de trein naar Fushimi Inari gegaan – een beroemde shrine die bekend staat als één van dé activiteiten die je moet uitvoeren als je naar Kyoto gaat. En gelijk hebben ze, wie dat ook zeggen, want Fushimi Inari is één van de mooiste en meest speciale dingen die ik tot nu toe gezien heb. Waarom? Omdat er een 4 kilometer lange rij met rode torii poorten om de shrine heen leidt, de bergen in, en het fantastisch is om deze route te volgen. Daarnaast ook omdat de shrine kitsune – een soort vosdemonen, belangrijke figuren in de Japanse folklore – vereerd, en ik vind die wezens echt fantastisch. Het stadje Fushimi zelf is ook erg gezellig, wel wat toeristisch, maar dat is te verwachten, en het verpeste het eigenlijk ook niet echt. In ieder geval – mocht je Kyoto ooit bezoeken, zet deze shrine bovenaan je lijst! 🙂
IMG_0859 IMG_0878 IMG_0900 IMG_0915 IMG_0919 IMG_0925 IMG_0946 IMG_0904
Na Fushimi Inari ben ik nog even blijven hangen in het gebied van Kyoto Station om wat tempels te bekijken, maar ik moet zeggen dat die me niet meer zo erg onder de indruk konden bregen na die prachtige ervaing van eerder die dag. Ze waren ook niet ontzettend speciaal (wat daaraan meehielp was dat een deel ervan onderhoud ondergaat dit jaar, en dus in de steigers staat), wel enorm groot en de binnenkant van de main halls was wel heel erg mooi en spectaculair – natuurlijk mocht ik daar geen foto’s maken. 😉

IMG_0952 IMG_0956 IMG_0958 IMG_0962

Vandaag is het dinsdag, wat betekent dat ik weer een dag training had bij mijn nieuwe matsuri dance club. Daarbij begint morgen officieel de Golden Week – een reeks nationale feestdagen in Japan waarop veel mensen vrij zijn. Mijn universiteit doet heel vreemd hiermee overigens, want ik moet donderdag gewoon mijn lessen volgen, en op vrijdag doen we net alsof het maandag is. Ik snap het ook allemaal niet zo goed, maar de lessen van maandag worden dus verschoven naar vrijdag. En dat is voor mij een enorm goed iets, want dat betekent dat ik vrijdag ook vrij ben, samen met volgende week maandag en dinsdag. En dat is een goed iets, omdat mijn familie morgen in Kyoto aankomt, jaja, en dan heb ik genoeg tijd om ze deze prachtige stad te laten zien. Ik ben benieuwd hoe dit ze gaat bevallen na twee dagen in het drukke, drukke Tokyo. 🙂

Dag 15 t/m 23: o.a. Arashiyama, world heritage tempels, vakken kiezen, Nishiki market & manga museum

Inmiddels zijn er weer twee weekenden voorbij gevlogen, en ik heb alweer een hoop beleefd in het prachtige Kyoto. De vorige keer had ik beloof dat ik naar het beroemde bamboe bos van Arashiyama zou gaan, en daar ben ik inderdaad vorige week zaterdag geweest. Het Arashiyama gebied is eigenlijk een heel sightseeing gebiedje een stukje van het centrum van Kyoto vandaan, in het westen om precies te zijn. Ze hebben daarom heel slim een tram/trein lijn gemaakt die langs alle bezienswaardigheden van Arashiyama en Sagano komt. Ik besloot met mijn fiets naar het eerste station van die Randen lijn te gaan (nog steeds nogal zigzaggend en op m’n hoede tussen de mensen door, ik ben bang dat het nog wel even duurt voor ik aan fietsen hier gewend ben), en vanaf daar dus verder de tram/trein te nemen. Dat ging iets makkelijker dan gedacht, want ook al is Kyoto een fietsstad, het is echt enorm moeilijk om je fiets ergens neer te zetten. Het is op heel veel plekken verboden, plus er staan overal mannetjes op te letten of je wel doet wat mag, dus toen ik mijn fiets ergens neerzette waarvan ik dacht dat het wel oké was (bleek de parkeerplek van een supermarkt te zijn, is alleen voor klanten), werd ik al meteen aangesproken. Jammer genoeg had hij geen antwoord voor me toen ik vroeg of er dan ergens in de buurt wel een plek was om mijn fiets neer te zetten. Gelukkig had hij wel begrip voor me toen ik bevestigend antwoordde op zijn vraag of ik vanaf daar de Randen lijn zou nemen, en wees hij me naar de soort van fiets parkeergarage, eigenlijk ook van de winkel, maar oké, vooruit dan maar.
Dat is wel echt een nadeel van Kyoto, als ik er ééntje zou moeten verzinnen (want veel zijn er tot nu toe niet); het zou fantastisch zijn als er wat meer parkeerplekken voor fietsen zouden zijn, aangezien het fietsen zelf wel enorm wordt gepromoot.

Met de Randen lijn was ik eigenlijk al enorm snel in het Arashiyama gebied. Ik moest wel onderweg één keer overstappen op het vervolg van de Randen lijn. Ook een vreemd iets overigens, ik snap niet waarom ze die lijn niet gewoon doorgetrokken hebben. Arashiyama station was meteen al een heel spektakel, en eigenlijk ook precies zoals het beschreven werd in mijn Lonely Planet reisgids: enorm toeristisch. Het verkocht zo’n beetje alle soorten Japanse snacks die je kan bedenken en had heel veel souvernir winkeltjes. Niet dat ik het heel erg vond, want soms ben ik toch vrij gevoelig voor die dingen. Al is het wel jammer als het krioelt van de toeristen, wat hier wel weer het geval was.

IMG_0437 IMG_0439 IMG_0509 IMG_0504

Als eerste ging ik richting Tenryuji tempel, van daaruit was ook het bamboe pad te bereiken, dus dat leek me een logische keuze. Tenryuji is ook een werelderfgoed tempel, en dat was te merken aan de hoeveelheid mensen die er was. Ik ben ook niet de tempel zelf ingegaan, omdat je daarvoor extra moest betalen en er gewoon een file binnen in stond van mensen, net als met Ginkakuji tempel. De tuinen waren echter geweldig mooi, en heel erg groot,, dus dat maakte weer een hoop goed. Behalve nog wat late sakura, waren er ook enorm veel andere prachtige planten, ik was vooral fan van de paarse bloemen. En toen was het tijd voor Arashiyama. Via een andere uitgang van Tenryuji dan waar ik naar binnen was gekomen, kwam ik er eigenlijk meteen in terecht en ja, het is zoals ze zeggen; heel erg bijzonder. Het brengt een soort vreemde, mysterieuze sfeer met zich mee als je daar tussen die enorm hoge bamboe loopt en je vest toch maar weer aantrekt, aangezien het licht en warmte als het ware afstoot. Het was wel lastig om niet – wederom – geïrriteerd te raken door de hoeveelheid mensen die er liep. Maar goed, het was een zaterdag, en het is nog steeds sakura seizoen, dus die drukte viel te verwachten. Het bamboe pad eindigde bij een villa, Okochi Sanso, waar ik niet naartoe ben gegaan, maar nu enorm veel spijt van heb, omdat dat heel mooi schijnt te zijn. Maar ik ben hier als het goed is nog vier maanden, dus ik kan altijd een keer terug komen. 😉

IMG_0461 IMG_0472 IMG_0481 IMG_0484 IMG_0490 IMG_0495

Ik ben toen eigenlijk langzaam aan weer teruggegaan naar Arashiyama station, onderweg stoppend bij wat winkeltjes en kraampjes. Onderweg heb ik eindelijk dango (had ik al eerder, maar nu echt verse) curry pan (= brood met curry erin) en takoyaki (= balletjes met inktvis) gegeten, dus er zijn weer twee gerechten van mijn lijstje afgestreept.

IMG_0498 IMG_0499 IMG_0501 IMG_0503

Wat eerder stapte ik uit de trein, om onderweg naar mijn fiets nog een viertal tempels te bekijken, waarvan drie ook op de werelderfgoedlijst staan (Ninnaji temple, Ryoanji temple en Kinkakuji temple – het beroemde ‘Golden Pavilion’).
Eerst was echter Myoshinji temple aan de beurt en het duurde even voor ik dat gevonden had. Het was eigenlijk echt een soort park met een verzameling van tempels en andere gebouwen, en ik snapte niet goed bij welke tempel ik nou eigenlijk was aanbeland. Uiteindelijk ben ik maar spontaan één van de tuinen ingegaan en dat was een geweldige keuze. De kersenbloesem stond er nog helemaal in bloei, en hoe! Bij binnenkomst stond iedereen die de tuin bezocht meteen stil en even later werd duidelijk waarom; er stond daar een prachtige ‘weeping cherry tree’, helemaal in bloei. De rest van de tuin was ook enorm mooi, en het was een stuk minder druk dan de UNESCO world heritage tempels en tuinen, wat ik eigenlijk een stuk fijner en dan ook leuker vindt. Later bleek dat dit de tuin van Torin-in temple was geweest.

IMG_0517 IMG_0521 IMG_0529 IMG_0533 IMG_0543 IMG_0545

Mijn wandeling naar Ninnaji, Ryoanji en Kinkakuji was een stuk langer dan ik gehoopt had, en maakte ook dat ik enorm moest opschieten toen ik van Ryoanji naar Kinkakuji liep – het zou bijna sluiten.
Alle drie de tempels waren erg indrukwekkend, maar ik moet echt opbiechten dat ik de naam van ‘werelderfgoed tempel’ niet veel goed vindt doen. Het zorgt voor enorme mensenmassa’s die de ervaring eigenlijk een stuk minder leuk maken, hoe erg je ook je best doet je daar niets van aan te trekken. Zo had Ninnaji een enorme tuin helemaal vol met bloeiende kersenbloesem, waar je dan doorheen kon lopen, echt een prachtig romantisch gezicht en idee om daar dan te lopen, maar het stond gewoon helemaal vast, en je moest echt in de rij gestaan om er doorheen te kunnen. Heb ik overigens wel gedaan, want het was zo prachtig dat ik mijn ogen er niet voor kon sluiten. Ninnaji had overigens ook een hele mooie pagode, wat voor wat mooie plaatjes zorgde met die bloesem erbij.

IMG_0563 IMG_0565 IMG_0579 IMG_0582 IMG_0584 IMG_0594

Ik was niet zo erg onder de indruk van Ryoanji en dat komt omdat ik de fascinatie voor rock gardens niet goed begrijp en daarom ook niet echt deel, en Ryoanji staat bekend om die rock garden. Misschien ben ik een cultuurbarbaar als ik zeg dat ik het echt maar een hoopje stenen vindt, maar ik kan het echt niet heel mooi vinden.

IMG_0602 IMG_0603 IMG_0604 IMG_0617

Net op tijd kwam ik nog bij Kinkakuji, the Golden Pavilion, aan, en dat was wel enorm indrukwekkend en bijzonder om te zien, die gouden tempel daar midden in het water. Het was hier ook een stuk minder druk omdat ik net voor sluitingstijd was. De weg terug naar het station was wederom een stuk minder lang op het kaartje dan in werkelijkheid, en ik was behoorlijk moe toen ik bij mijn fiets aankwam (die ik gelukkig wel had gevonden, ik was ergens nog steeds bang dat hij weggehaald zou worden of zo, dat wordt namelijk echt makkelijk gedaan als je je fiets ergens neerzet waar het niet mag).

IMG_0624 IMG_0629

In ieder geval was die zaterdag weer een goede geslaagde dag waarin ik weer wat plekken die ik wilde zien heb kunnen afstrepen. Ik baal er alleen wel van dat ik de villa aan het einde van Arashiyama niet heb gezien, maar daar kom ik misschien nog wel een keertje voor terug. 🙂

Mijn zondag is eigenlijk benoemd tot schoonmaakdag en huiswerkdag, aangezien dat toch ook allemaal moet gebeuren. Wat ik verder wel heb gedaan is met mijn tutor (een Japanse graduate student) een mobieltje gaan kopen. Het is voor veel officiële zaken handig om een mobiel nummer te hebben, en over het algemeen worden internationale nummers dan niet geaccepteerd. Het was wel een heel gedoe om dat ding te regelen, dus ik was heel blij dat mijn tutor met me mee was, zodat ze het één en ander voor me kon vertalen en uitleggen.
Maandag en dinsdag waren maar laatste dagen om vakken voor het eerst mee te maken, op woensdag moest ik definitief kiezen welke vakken ik ga houden. Het was voor mij een vrij lastige keuze, aangezien ik één vak meer had gevolgd dan nodig is, maar eigenlijk alles wel interessant vond. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om mijn enige vak op de maandag weg te strepen, zodat ik dan een extra vrije dag heb.
Ik twijfelde eerst heel lang of ik mijn vak ‘English, Celts & Lord of the Rings’ wel zou gaan volgen, maar toen ik dinsdag toch maar naar de eerste les was geweest, wil ik dat vak nooit meer laten vallen. Het wordt gegeven door een professor uit Wales die enorm gepassioneerd is voor het onderwerp en zijn vaderland. Het idee van het vak is eigenlijk dat the Lord of the Rings min of meer wordt geanalyseerd met de Keltische cultuur en dat we op zoek gaan naar de parallellen. Enorm Japans dus (maar niet heus), alleen het is één van mijn andere grote interesses, de Kelten, dus ik ga deze kans om er meer over te leren toch maar niet laten gaan. Bovendien krijgen we een live concert met Keltische muziek onder de les, bezoek van een man in traditionele Keltische kleding en gaan we als field trip naar een Ierse pub. 😉
Gisteren, zaterdag, had ik weer een dag sightseeing ingepland en ben ik naar de andere kant van de Kamo river gegaan voor o.a. Nijo castle, het manga museum, Nishiki market en wat andere winkelstraten.
Eerst heb ik een tussenstop gemaakt bij Shimogamo shrine, één van de grotere shrines van Kyoto en ook een UNESCO world heritage site. Ik heb wel weer gemerkt dat mijn liefde voor shrines toch echt groter is dan mijn liefde voor tempels, en ik vond dit weer enorm mooi om te zien. Ik ga er ook zeker terugkomen op 15 mei, dan is het Aoi Matsuri festival, wat zich vooral rond deze shrine afspeelt. Opnieuw heb ik een traditionele bruiloft gezien, wat zich gewoon afspeelt terwijl de shrine open is voor toeristen.

IMG_0655 IMG_0656 IMG_0657 IMG_0659 IMG_0665 IMG_0668

Ik heb geprobeerd aan de beroemde subway pas voor één dag te komen, maar die was nergens te bekennen. Op mijn station waar ik uit moest stappen verkochten ze hem gewoon bij het ticketautomaat, maar helaas waren ze nergens te bekennen op Demachiyanagi station, mijn opstap station, en de convinience store waar het personeel me naartoe verwees hadden ze ook niet. Ik moet toch eens uitzoeken waar ze ze in de buurt verkopen, want het scheelt heel wat geld.
Nijo castle was erg groot, indrukwekkend en heel erg mooi, zowel van binnen als van buiten. Maar helaas moet ik opnieuw even klagen (Nijo castle is immers ook een world heritage site en dat was te merken), hier was de grootste toeristenopstopping die ik tot nu toe heb meegemaakt, vooral binnen in het kasteel, tot op het punt dat je niet verder kunt lopen omdat er hele groepen toeristen stilstaan om te luisteren naar hun gids (en niet aan de kant gaan).
Maar dit verpeste de ervaring toch niet, want ik vond de binnenkant van het kasteel echt enorm mooi, met allerlei schilderingen op de plafonds en muren. Het is jammer dat ik geen foto’s mocht maken.
De tuinen waren ook gigantisch en mooi, met een hoge uitkijkheuvel waar je uitzicht had op het hele gebied van Nijo castle. Het was ook prachtig weer gisteren, en de blauwe lucht zorgde dan ook voor mooie plaatjes. De jassen en vesten konden ook uit, het voelt echt als zomer aan.

IMG_0673 IMG_0676 IMG_0679 IMG_0681 IMG_0686 IMG_0697 IMG_0699 IMG_0707 IMG_0709 IMG_0721

Daarna ben ik richting het manga museum geweest, ik twijfelde nog even of ik dat wel moest doen aangezien het natuurlijk binnen is, en het weer die dag zo prachtig was. Maar ik heb er toch voor gekozen maar naar binnen te gaan, aangezien ik toch in de buurt was. Ook hier mocht ik geen foto’s maken binnen, dus de enorme kasten vol met duizenden manga’s heb ik niet op de foto kunnen zetten, helaas, maar de collectie die ze hebben is enórm. Wel zijn de meeste manga Japans, en ze hebben enkel een kast met internationale manga als voorbeeld voor in hoeveel talen manga wordt vertaald. Dat is jammer, omdat het museum eigenlijk ook min of meer als bibliotheek functioneert. Er zijn heel veel zitplekken, zowel binnen als buiten, en je kunt elke manga pakken die je wilt en lekker gaan zitten lezen. Heel leuk idee dus, maar er was voor mij helaas niet zoveel keus, het meeste had ik óf al gelezen, óf kende ik al en had ik geen interesse in. Dus ik ben langs de verschillende tentoonstellingen gelopen en heb wat manga’s doorgebladerd die er leuk uitzagen en geprobeerd wat te lezen met mijn gebrekkige Japans. Ging overigens nog best aardig, sinds ik hiragana en bijna alle katakana (twee van de drie schriften van Japan) kan lezen. Er staan ook heel veel kanji (het derde schrift, wat het meeste wordt gebruikt) in, maar in manga staat heel geweldig de uitspraak in hiragana erbij, dus ik kan vrijwel alles lezen (ik zeg alleen niet dat ik alles begrijp). Het manga museum was zeker wel een must see voor mij als manga fan, maar was niet enorm indrukwekkend of bijzonder, meer iets om heen te gaan op regenachtige dagen en de hele dag manga te gaan zitten lezen (als je Japans kan).

IMG_0733 IMG_0736

Dus ik zette koers richting Nishiki market en Teramachi en Shinkyogoku shopping arcades, na onderweg (eindelijk! eindelijk!) okonomiyaki te hebben gegeten. Nishiki market is een soort overdekte markt straat met de vreemdste dingen uitgestald. Van meer dan de helft wist ik niet eens wat het voor moest stellen, maar het was geweldig om te zien. Wel was het er zo druk dat het soms helemaal vast stond. Druk van Japanners die hun inkopen er doen, en druk van toeristen die de vreemde producten willen bekijken. Nishiki market kwam uit op twee winkelstraten, Teramachi en Shinkyogoku die parallel aan elkaar lopen en ik één voor één heb uitgelopen. In Teramachi heb ik geweldige yukata gekocht, hij was zo erg in de aanbieding dat ik hem echt niet kon laten liggen. Ik moet alleen nog even goed leren hoe ik hem aan moet trekken, want ik heb er gisteravond minstens een uur ruzie mee gehad. Terwijl ik liep, kwam ik ook weer de geweldige anime/manga winkels tegen die ik absoluut niet kon negeren, en ik kwam erachter dat Kyoto deze winkels dus wél heeft. Onderweg waren er ook heel typisch een aantal shrines te vinden, middenin de winkelstraten, gewoon tussen de winkels in.

IMG_0737 IMG_0738 IMG_0739 IMG_0740 IMG_0742 IMG_0743 IMG_0746 IMG_0750

Toen ik klaar was werd het alweer donker (gebeurt erg vroeg hier, zo rond 17:30-18:00) en ben ik teruggegaan naar mijn dorm, waar ik dus de rest van de avond heb geprobeerd een yukata aan te trekken.
Het plan was eigenlijk om vandaag ook wat sightseeing te gaan doen, aangezien de weersverwachtingen zeiden dat het maandag (morgen) heel erg slecht weer wordt, dus dan zou ik beter mijn schoonmaakdag kunnen verschuiven, maar toen ik vanochtend eenmaal buiten stond, regende het zo verschrikkelijk hard dat ik besloot dat ik er weinig voor voelde de hele dag met mijn paraplu te gaan fietsen. Bovendien hielp mijn paraplu nauwelijks meer, zo hard stroomde het naar beneden. Dus ik heb net mijn kamer gepoetst en hoop nu heel hard dat het weer morgen beter is, zodat ik dan nog wat dingen kan gaan bekijken. Het is apart hoe veranderlijk het weer hier is, de ene dag kan het 25 graden zijn met een stralende zon en blauwe hemel, en de volgende dag kan het de hele dag regenen en 10 graden kouder zijn. Gelukkig heb ik tijd genoeg en kan een dagje of twee regen mijn plezier niet verpesten. 😉

Dag 6 t/m 14: tijd voor een update! (o.a. Denden town (Osaka), oriëntaties en eerste lessen)

Zoooo, het is alweer meer dan een week geleden sinds mijn laatste blogbericht, dus het is hoog tijd dat ik weer even iets van me laat horen. 🙂 De afgelopen week is erg druk geweest, met een hoop introducties, oriëntaties en eerste lessen aan de universiteit. Helaas niet zoveel tijd voor sightseeing dus, maar wel om te beginnen het leven als inwoner van Kyoto te beleven, in plaats van als toerist. De eerste dagen in mijn nieuwe dormitory kamer heb ik vooral besteed aan inkopen doen en de buurt verkennen. Er waren een hoop dingen die ik nodig had, zoals pannen, theedoeken, een theepot, borden en bestek, glazen, schoonmaakspullen, et cetera, et cetera. Sommige dingen lijken onmogelijk te vinden, zoals de ‘gewone’ pan die ik nog steeds niet heb. Ik kook al een tijdje rijst in iets wat eigenlijk bedoeld is als een kannetje om melk in warm te maken, maar iets veel beters heb ik nog niet gevonden. Ik ben ook al op zoek naar een rijstkoker geweest, maar daar schrok ik zo erg van de prijzen dat ik maar besloot het bij mijn melkkannetje te laten.
Wasmiddel is ook een hele zoektocht, vooral als je net als ik alleen wat hiragana (één van de drie schriften van Japan) kunt lezen, vaak zonder dat je dan de betekenis van de woorden kent. Uiteindelijk heb ik iets gepakt wat er het meeste op leek en dat in mijn verschrikkelijke, onbegrijpelijke, ingewikkelde, vreemde wasmachine die op mijn balkon staat gegooid, samen met wat kleren waarvan ik het niet erg zou vinden als ze kapot zouden gaan of weet-ik-veel-wat, en op de één of andere manier was dat experiment geslaagd. Dus ik durf er nu al mijn kleren in te gooien, en het gaat nog steeds goed. Overigens moet ik blij zijn dat ik die wasmachine heb, want ik heb schijnbaar het meest luxe kamertype van de dormitory, en het enige type dat ook een privé wasmachine heeft. De bewoners van andere types moeten gebruik maken van de eerst-100-yen-maar-nu-verhoogd-naar-200-yen wasmachines in de wasruimtes. Een studiegenootje van me heeft geen warm water, en alleen een toilet en inductiekookplaat met ruimte voor één pan op zijn kamer. Ja, ik heb echt enorm veel geluk met mijn magnetron (die ze zelfs in de gedeelde kookruimtes niet hebben), grote inductiekookplaat, badkamer met douche en bad, wasmachine, balkon, warm water, et cetera, et cetera. Oh, en mijn extra bed. Als ik zou willen zou ik elke dag van bed kunnen wisselen. En met dat alles is deze kamer nog steeds misschien wel de helft goedkoper dan een kamer in Utrecht. Ik zal mijn standaarden wel weer een beetje bij moeten stellen als ik volgens studiejaar weer terug ben. (Op de foto: het uitzicht vanaf mijn balkon, met de toen nog bloeiende cherry blossoms!)

IMG-20150401-WA0026

Over prijzen gesproken, wat wel enorm tegenvalt zijn de prijzen in de supermarkt, en met name het groente en fruit. Het is echt enorm duur, op het punt dat ze appels per stuk verkopen voor ongeveer 1,50 euro als goedkoopste fruit en paprika’s en courgettes ieder voor meer dan 2 euro per stuk, en dan nog enorm klein in vergelijking met hoe ze er in Nederland uitzien. Maar geen zorgen, mam, ik heb nog steeds netjes appels in mijn koelkast liggen. 😉

Afgelopen zaterdag, 4 april, ben ik naar Osaka gegaan, met de intentie met de metro richting Denden town te gaan en dan weer al ‘sightseeing-end’ terug naar Osaka Station. Denden town is een soort winkelparadijs voor liefhebbers van de Japanse popcultuur, en dan met name van manga (Japanse strips) en anime (Japanse animatie). Als je een beetje beter bekend bent in dit wereldje, Denden town staat ook wel bekend als de Akihabara (wat in Tokyo ligt) van Osaka. Ik wilde er dus enorm graag heen, want ik kan mezelf wel degelijk zo’n liefhebber noemen. (In Nederland zeggen we ook wel otaku – geen goed plan om dat in Japan te doen. Daar betekend otaku ‘nerd’ of ‘geek’ en is het een negatieve term of zelf een scheldwoord.) In ieder geval, mijn plan leek geweldig, maar het begon al niet helemaal goed. Ik zou de bus vanaf mijn dorm nemen richting Kyoto Station, maar het duurde veel langer dan ik had gehoopt. Dat was op zich niet zo’n heel groot probleem, want ik zat bij het raam en kwam zo al een hoop dingen tegen in Kyoto die ik nog niet gezien had en dat was erg leuk. Eenmaal op het station sloeg ik er vrij snel in een ticket naar Osaka te kopen en mijn spoor te vinden, maar de ellende begon toen ik daar aankwam. Ik werd gegooid in de enorm cliché trein situatie waar Japan om bekend staat. Ja, precies. Jij denkt: oh nee, daar gaan we nóóit allemaal inpassen, ik wacht wel op de volgende trein, die komt toch over een kwartier al. Maar nee hoor, denkt Japan, hup, iedereen erin! En dan sta je daar, in die trein, en het is nog drukker en voller dan bus 12 in Utrecht om kwart voor negen in het begin van het studiejaar. (Geloof me, dat zegt heel wat.) Het is ook niet zo dat er mensen uit de trein gaan bij de stations tussen Kyoto en Osaka (Takatsuki en Shin-Osaka als ik het me goed herinner), nee, er komen alleen maar meer mensen bij, zelf als de Japanners al gaan zeggen dat het niet meer kan. (‘Muri, muri!’) Ik was echt blij dat de reis maar 25 minuten duurde en ik eruit kon. Toen was het tijd voor de volgende stap: de metro. In Kyoto zijn de Keihan en Eizan railway mijn beste vrienden en heb ik er nooit veel moeite mee gehad een kaartje te kopen en de weg te vinden, maar dat was in Osaka toch wel een beetje anders. Ik wist naar welk station ik moest, maar niet hoe de lijn die Osaka station met dat station verbond, en dat had ik toch even iets beter moeten uitzoeken voor ik ging, want er waren enorm veel lijnen die startten vanaf Osaka station vanaf allerlei verschillende plekken, en ik wist dus niet welk bordje ik moest volgen. Op een gegeven moment vond ik het wel, dankzij een aardige medewerker die me moeilijk zag staan kijken met een kaart in mijn handen (ik moet er erg toeristerig uit hebben gezien denk ik). Maar goed, eenmaal bij het volgende station aanbeland, wist ik écht niet welke uitgang ik moest hebben. Dat klinkt belachelijk, maar het station was enorm en het had minstens dertig verschillende uitgangen. Dus ik besloot gewoon maar naar een toeristenpunt (wat ook in dat station zat) te lopen en daar de weg te vragen, die ze me geweldig hebben uitgelegd. Ik moest door een soort overdekte winkelstraat heen, waar aan de zijkanten telkens allerlei uitgangen met een bepaald nummer waren en ik moest zo’n bepaald nummer hebben. Nummer gevonden, ik naar buiten, en ik zag de buitenwereld in Osaka voor het eerst en werd meteen omvergeblazen. Het was alsof ik in een totaal andere wereld stond na die sfeer van tempels en shrines en sakura trees in Kyoto die ik tot nu toe gewend was. Mensen. Zo ontzettend veel mensen overal, en straten die er echt futuristisch uitzagen, met allerlei enorme overdreven digitale uithangborden. Ik kwam in een soort entertainment straat terecht, met enorm veel gamehallen en eettentjes. Volgens de mensen bij het toeristenpunt zou ik via deze uitgang meteen in Denden town uitkomen, dus met het idee dat ik er waarschijnlijk al was liep ik verder. Maar de gamehallen hielden niet op, en ik keek mijn ogen uit met alle takoyaki stands, maf geklede mensen (waardoor ik wist dat ik toch redelijk goed moest zitten), en promotie mannetjes die iedereen overal naar binnen wilden krijgen. Ik weet niet hoe lang ik daar heb rondgedwaald op zoek naar mijn mangawinkels, maar op een gegeven moment kreeg ik in de gaten dat dit niet echt ging werken. En op dat moment kwam ik een curry restaurant tegen, keek ik naar de tijd en besloot ik eerst maar te gaan lunchen, hoofdzakelijk omdat ik al sinds ik in Japan was geland curry wilde eten. Dat was een geweldige beslissing, want ik heb echt heerlijk gegeten, ook al was het vreselijk om een keuze te maken tussen alle soorten en maten die ze er hadden.
Daarna besloot ik maar gewoon terug te lopen naar de uitgang waar ik het station uit was gekomen, en dan helemaal volgens één van mijn verzameling plattegronden van Osaka (ik had er inmiddels echt heel veel gekregen) naar Denden town te lopen, straatje voor straatje. Ik liep maar en liep maar en net toen ik besloot dat ook dit niet ging werken, kwam ik een bordje tegen dat me heel erg gelukkig maakte, namelijk dat Denden town rechtdoor was. Yes, ik liep goed! Eindelijk! En ja, ik bereikte het otakuparadijs niet veel later, al was dat wel een uurtje of drie later dan ik had gepland, dus ik sprak daar al meteen met mezelf af dat ik hier wel gewoon een dagje Denden town van zou maken, en dat ik later in Osaka terug zou komen om bezienswaardigheden te bekijken, want daar had ik echt geen tijd meer voor. Ik heb ook veel minder van de wijk kunnen zien dan ik wilde, voornamelijk omdat de winkels toch al vrij vroeg sluiten hier, dus ik vrees dat ik nog een paar tripjes naar Osaka nodig heb (wat natuurlijk helemaal geen straf is). Maar het was het zoeken wel waard, want ik ben met veel – zoals ik het zelf al meteen erken – rotzooi – terug gekomen die nooit in mijn koffer gaat passen en ik heb mijn ogen uitgekeken.

2015-04-04 12.34.24 2015-04-04 13.09.45 2015-04-04 15.06.58  2015-04-04 17.12.16 2015-04-04 17.14.41      2015-04-04 17.05.43 2015-04-04 17.05.53

Terug op Kyoto station was het een hele klus om de bus naar mijn dorm te vinden, want er zijn enorm veel bushaltes daar, maar gelukkig kwam ik er op tijd achter dat ik op de verkeerde plek stond te wachten en dat ik een andere bus 5 moest hebben dan de bus 5 waar ik nu op stond te wachten (ja, er zijn twee bussen 5). Maar het gaf allemaal niet, want het was donker en Kyoto Tower gaf licht, en er speelde een soort mini Aquanura (als ik het even met de Efteling mag vergelijken; het had namelijk ook echt licht en muziek) rechts van me terwijl ik wachtte op de goede bus.

IMG_0388

Maandag had ik mijn eerste echte oriëntatie, namelijk van de Japanese Language classes. Ik volg hier het KUINEP (Kyoto University International Education Program) programma, wat inhoudt dat ik deel uitmaak van een groep studenten van over de hele wereld die speciale vakken volgen die in het Engels worden gegeven en voornamelijk gaan over onderwerpen die met Japan te maken hebben. Daar los van staat het Japanese Language programma, die, zoals de naam natuurlijk al zegt, bestaan uit lessen over de Japanse taal. We moesten die dag een test maken die je niveau bepaalde waarin je de lessen zou gaan volgen. Ik ontmoette daar ook voor het eerst mijn mede KUINEP studenten, aangezien deze voorlichting enkel voor deze groep studenten was. Al vrijwel meteen bleek dat mijn door mijn cosplay/mede anime en manga fans vriendengroep bedachte nickname goed van pas zou komen; Didi is inderdaad makkelijker uit te spreken dan Dirkje. Ik ben er alleen wel achtergekomen dat ‘Didi’ in het Vietnamees zoiets als ‘ga weg!’ betekent, dus mijn Vietnamese medestudenten vergeten dat in ieder geval nooit. 🙂 Ik vond ook de enige andere student vanuit Utrecht die er ook voor koos naar Kyoto te komen, en hij blijkt in dezelfde dorm als ik te zitten. Het was heel vreemd om ineens weer Nederlands te praten. Ik wen nu al aan het Engels. Waar ik nog erger nú al aan gewend ben is ‘hai’ in plaats van ‘ja’ zeggen, aangezien ik mezelf er zelfs op betrap het in plaats van ‘yes’ te zeggen als ik gewoon tegen Engels sprekende mensen aan het praten ben. Oh, en het buigen natuurlijk, altijd het buigen. Ik ben bang dat ik dat niet meer af ga leren. Ja, nu al.
Leuk was dat ik ook een mede antropologie student tegenkwam, uit Singapore, wat ik totaal niet had verwacht. Wat landen en afkomst betreft, de meerderheid van de KUINEP studenten bestaat echt uit Aziatische mensen, en er zijn veel en veel minder Europeanen dan ik verwacht had.
Na de oriëntatie ben ik met twee andere mensen op zoek gegaan naar een fiets (of eigenlijk, alleen de mede-Nederlander en ik, de Oostenrijkse studente had er al één en wees ons de weg), en ik ben goed geslaagd. Ik heb een mooie blauwe fiets gevonden waarbij ik bijna de helft van de aankoopprijs (die al enorm laag was voor een gloednieuwe fiets) terugkrijg als ik hem weer heel inlever voordat ik wegga.
En dat betekende de start van een nieuwe uitdaging: fietsen in Kyoto. Het klinkt makkelijker dan het is, geloof me, ik had echt niet verwacht dat het zo’n gedoe zou zijn. Het is namelijk de bedoeling dat fietsers de stoep gebruiken. De stoep die helemaal vol zit met voetgangers, vooral als je van en naar de universiteit fiets voor je eerste klas om 8:45. Oh, en het is de bedoeling dat je links rijdt, maar er zijn veel fietsers die het ook grappig vinden dat andersom te doen, dus soms verschijnen er vanuit het niets tegenliggers en moet je jezelf in allerlei bochten wringen en slingeren om niet te botsen. En dan zijn er ook nog voetgangers die je niet moet raken. Nog leuker is dat doen als iedereen een paraplu in zijn hand heeft, dat maakte ik toevallig vandaag mee. Ja, uitdagingen, zeker, ik denk dat ik me straks ineens enorm veilig voel als ik over een paar maanden weer op het platteland van de Bommelerwaard fiets.

De volgende dag ging het dan ook meteen verkeerd, en ben ik met mijn fiets gesneuveld toen ik de stoeprand iets lager inschatte dan hij werkelijk was. Maar geen zorgen, alles is nog heel, ik en mijn fiets.
Met een kapotte elleboog en knie arriveerde ik bij de langverwachte oriëntatie van het KUINEP programma, waar we ontzettend veel uitleg kregen, onder andere over ‘traffic safety’ en ‘how to ride a bike in Kyoto city’ en ik voelde me bijzonder aangesproken. Leuk was hoe dat door vier politieagenten geheel in uniform en op een rij werd gedaan, geheel in het Japans, met een Japanse student die het voor ons naar het Engels vertaalde. Ik heb die dag ook in een aardbeving simulator gezeten, wat ook nog een hele beleving was. Ja, Japanners besteden inderdaad echt heel veel aandacht aan rampscenario’s. Zo werd ons ook nog even allemaal geleerd hoe een brandblusser werkte. Gelukkig kregen we ook nog informatie over de vakken die we konden kiezen en wanneer de lessen plaatsvonden, want ik stond te popelen om mijn rooster in elkaar te puzzelen.
Deze dag was ik ook voor het eerst echt op de campus van Kyoto University, en ik werd meteen in een typische Japanse gebeurtenis gegooid, namelijk, het begin van het schooljaar, aka, de periode waarin de nieuwe studenten moeten kiezen bij welke club ze gaan. Dat betekent dat de hele campus vol staat me mensen die hun club promoten, allerlei optredens geven om aandacht te trekken en constant iedereen aanspreken. Of ja… iedereen… Niet de mensen die er westers uitzien. Want die spreken Engels. En Japanse studenten zijn enorm onzeker over hun Engels, plus, aldus iedere Japanse docent ooit: ‘Japanese students are veeeeery very shy!’ En ja, dat is de waarheid. Internationale studenten worden dus niet betrokken bij deze traditie, en dat is heel, heel erg jammer. Tenzij je zelf een beetje je best doet. Want op een rustig plekje hadden twee mensen van de thee ceremonie club zich gevestigd en een aantal andere studenten en ik konden toch onze nieuwsgierigheid niet goed bedwingen en zijn erop afgelopen. Ik kon het niet laten om een paar foto’s te maken, aangezien ze ook traditionele kleding aanhadden en het er gewoon allemaal heel leuk uitzag. Ze waren blij ons wat mochi (Japanse snoepjes) uit te delen en wat woorden te wisselen. Helaas hadden we geen tijd voor thee want onze pauze was alweer voorbij.

2015-04-06 08.49.44 2015-04-07 13.17.01

We zitten nu in een soort introductie periode waarbij je alle vakken die je leuk lijken bij kan wonen, en op basis daarvan moeten we ons volgende week definitief inschrijven. Dus de afgelopen dagen heb ik me vooral bezig gehouden met een hoop vakken volgen en het begin van de Japanse taallessen, die heel erg leuk zijn. Mede dankzij onze geweldige docent overigens, die verschrikkelijk enthousiast is en vandaag het hele lokaal heeft door gehuppeld terwijl ze een kat en een hond nadeed. ‘Japanese cat don’t say miauw they say nyaaaaaaaaa.’ Ze moedigde ons ook enorm aan om tegen de Japanse studenten te praten en dat in het Japans te doen, aangezien het Engels enorm afschrikt. (Dat deed ze allemaal geweldig voor met haar bijna toneelstuk achtige manier van uitleggen, wat eigenlijk niet te beschrijven valt, dat zou je gewoon moeten zien.) Vandaag had ik ook een Kanji les, die ik zeker zal blijven volgen. Eén ding is zeker: mijn rooster gaat enorm druk worden, vooral ook omdat de Japanse lessen (die ik er zeven in de week heb, met de Kanji les meegerekend) niet worden meegerekend bij de zes vakken die je verplicht moet volgen. Ik heb er dus, ja, tel maar uit, zes plus zeven, dertien. En dat is best een hele hoop, maar ik ben erg gemotiveerd om de taal goed te leren, dus ik heb er weinig problemen mee. 🙂
En dan kijk ik nu naar het aantal woorden die ik al heb getypt en dan lijkt het me een goed plan om deze lange update maar eens af te ronden. 😉 Morgen is het zaterdag, wat betekent dat ik weer even flink wat sightseeing ga doen, want dat heb ik gemist. Wat er op het programma staat: een hoop UNESCO world heritage bezienswaardigheden, en ook het bekende bamboe bos van Arashiyama. Ik ben benieuwd!

Dag 4 en 5: mount Kurama & verhuizen

Zoals ik in mijn vorige post al had aangekondigd, ben ik op 31 maart inderdaad met de trein omhoog gegaan, richting mount Kurama. Het was die dag geweldig mooi weer, bijna 25 graden, dus het was er ook de perfecte dag voor. Naar Kurama gaan was ook gelijk mijn eerste ervaring met de metro/tram/lokale trein in Kyoto. Ik heb geen idee hoe ze het zelf nou precies noemen, want op mijn kaartje staat ‘local train’, maar Japanners zelf noemen het toch echt de subway, al gaat het ding niet onder de grond. Hoe dan ook, wat het ook is, ik had hem nodig om bij Kurama en Kibune te komen, dus deed ik dat maar. Het duurde even voor ik erachter kwam hoe heel het systeem werkt, maar uiteindelijk valt het allemaal best mee. Je betaalt in zones, en bij de kaartautomaat staat bij welke zone jouw bestemming hoort. Zoveel geld gooi je erin en dan krijg je een kaartje. Dan gaat het kaartje door een gleuf bij de poortjes heen, komt er aan de andere kant weer uit en je neemt het mee. Alleen als je dan klaar bent met reizen, moet je weer door die poortjes heen en dan slikt hij je kaartje in. Eerst snapte ik daar niks van en was ik mijn kaartje helemaal kwijt, maar schijnbaar is dat dus de bedoeling. 🙂 Goed, ik de subway/local train in en ik moest de hele lijn uitzitten. Onderweg kwam ik de halte tegen die ik de dag erop moest hebben voor mijn dorm, dus het was wel fijn om het hele gebeuren als eens meegemaakt te hebben voordat ik het met een zware koffer moest doen. Eenmaal bij Kurama aanbeland kreeg ik meteen een brede grijns op mijn gezicht, want wat zag ik op het station?

2015-03-31 11.32.11 2015-03-31 11.32.27 2015-03-31 11.33.20

Juist, posters van de geweldige anime en manga Kamisama Hajimemashita. 🙂 Helaas groeide hierdoor mijn hoop op souvenirtjes die hiermee te maken hadden iets te groot, want dit was dan ook het enige wat ik tegenkwam qua referenties aan Kamisama. Maar dat maakte de wandeling die ik beleefde niet minder leuk. Er is eigenlijk een hele route uitgezet die van Kurama naar Kibune gaat en dan kun je bij Kibune weer op de trein terug stappen. De route leidde je langs alle grote bezienswaardigheden van de twee dorpjes, waarbij Kurama temple centraal staat. De route was goed uitgezet, zodat je niet kon verdwalen, maar helaas waren er enorm veel richtingbordjes, maar wel allemaal in kanji geschreven.

2015-03-31 11.34.49 2015-03-31 11.37.47 2015-03-31 11.41.16 2015-03-31 12.29.49 2015-03-31 12.48.58 2015-03-31 12.50.32

Dus je raadt het al wel. Ik raakte inderdaad verdwaald. Op een gegeven moment splitste de weg namelijk, en de ene weg was op zichzelf al een bezienswaardigheid, omdat het bestond uit allemaal met elkaar verbonden wortels van ‘cedar trees’. Ik vond het prachtig, dus ik volgde die weg natuurlijk. Maar toen was ik verdwaald. Uiteindelijk ben ik toch goed gelopen, want ik kwam weer bordjes tegen, al had ik geen idee meer welk nummer op mijn kaartje bij welke shrine of andere bezienswaardigheid hoorde.

2015-03-31 13.02.29 2015-03-31 13.04.16 2015-03-31 13.28.11 2015-03-31 13.38.22

In ieder geval kwam ik het bos uit, en bevond ik mij in Kibune. Vanaf daar zou het niet ver meer zijn en dat vond ik niet zo erg, want vlak voor je het bos uit kwam, bestond de route uit een enorme weg van trappen naar beneden. Dus mijn benen waren wel toe aan wat rust. Maar ik lette niet goed op en ben totaal de verkeerde kant op gelopen. Ik kwam onderweg wel heel wat interessante dingen tegen, maar het duurde me toch wel lang voordat ik eindelijk bij Kibune station aankwam. Op een gegeven moment had ik het in de gaten toen ik eens beter op mijn kaartje keek. De rivier liep rechts van me, terwijl hij toch echt links zou moeten lopen. Dus ik draaide om en toen was het ineens wél een lang stuk naar het station. Gelukkig maakte de prachtige omgeving (en de vending machines waarnaar ik zo gesnakt had boven op de berg) dat allemaal meteen goed.

2015-03-31 14.02.03 2015-03-31 14.02.20 2015-03-31 14.08.32 2015-03-31 14.25.38

Moe en met trillende benen van het afdalen keerde ik terug naar mijn guest house, waar ik mijn spullen in had gepakt voor de volgende dag, waarop ik zou verhuizen. Ik heb nog lang getwijfeld of ik naar dat ene restaurantje zou lopen waar ik nog wilde eten, of lui naar de supermarkt op de hoek zou gaan. Uiteindelijk koos ik toch dat eerste en ik ben ontzettend blij dat ik dat heb gedaan, want ik heb heerlijk gegeten en een geweldige ervaring gehad. Ik was namelijk in een echt traditioneel Japans restaurant, waar je aan lage tafeltjes at met je schoenen uit, op een kussentje. En ze hadden de lekkerste tempura die ik ooit heb geproefd.

2015-03-31 18.03.36 2015-03-31 18.11.41

Gisteren, op 1 april (geen grapje, natuurlijk), ben ik verhuisd naar mijn dorm kamer. Ik zag er enorm tegenop om met mijn vreselijk zware koffer naar het station te lopen. Het was niet heel ver vanaf mijn guest house, maar alsnog een hele hoop gedoe. En ik had enorm veel geluk, want de eigenaar van het guest house was zo aardig om me er met de auto af te zetten. Ik heb er een geweldige tijd gehad, en het was een ontzettend aardige man. (Ik heb nog een keer moeten luisteren naar het feit dat hij criminologie les heeft gegeven en hij heeft me precies verteld hoeveel studenten in Japan en hoeveel in Kyoto die studie volgen. Ook geeft hij vrijwillig Engels les aan oudere mensen. ‘I’m a volunteer teacher. They pay me just enough to buy a cup of coffee.’)

IMG_0165

Uitgestapt bij de goede halte van de subway, was ik eigenlijk alweer de weg kwijt. Ik wist dat mijn dormitory ontzettend dichtbij zou moeten zijn, maar ik zag het nergens, dus ik voelde me echt een idioot. Het regende ook pijpenstelen en mijn paraplu zat ergens onderin mijn koffer, dus ik ben goed nat geregend. Gelukkig zag een voorbijganger me rondkijken en die man (met paraplu!) heeft me tot aan de deur van Shugakuin International House gebracht. Daar aangekomen ontving ik mijn sleutel en een aantal papieren en voor ik het wist stond ik voor kamer F316, waar ik vijf maanden zal wonen. En het is énorm. Ook heb ik zo’n beetje alles wat ik nodig heb; een magnetron-oven, inductie kookplaat, douche, toilet, wasmachine, et cetera. Ik ben blij mijn koffer uit gaan pakken en daarna teruggekeerd naar de receptie voor een introductiepraatje, waar ze alles hebben uitgelegd over de dormitory. Daarna heb ik me vooral bezig gehouden met boodschappen doen in de 100 yen winkel, waar ze alles voor 100 yen (= ongeveer 80 eurocent) verkopen, en ik ben er zeer geslaagd. Eén ding is zeker: ik zit hier helemaal prima!

Dag 2 & 3 in Kyoto

De dagen vliegen al voorbij, en ik vul elke dag voor ik naar de universiteit moet (op 6 april begint dat; dan heb ik mijn ‘language placement test’ – voor het taalprogramma, en op 7 april introductie, daarna beginnen op 8 april echt de lessen) met zoveel mogelijk bekijken. Ik ben ook iedere keer de hele dag weg, maar er valt nog zo ontzettend veel meer te zien. Dus ik hoop maar dat de universiteit me niet al te lang inroostert elke dag, zodat ik dan ook nog het één en ander kan bekijken. 😉 Sowieso wil ik ook nog heel graag naar Tokyo en Osaka – en nog veel meer steden, maar die twee staan natuurlijk wel bovenaan mijn lijstje. Ik wilde eerst eigenlijk al naar Tokyo gaan voordat ik naar mijn dormitory kamer kan (wat op 1 april is), maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ik voor Tokyo echt minstens twee dagen, misschien zelfs drie, met een overnachting moet uittrekken. Osaka ga ik binnenkort wel bezoeken denk ik, maar eerst wil ik meer van het prachtige Kyoto zien. Wat ik zoal gezien heb? Op dag 2 besloot ik richting het zuiden te gaan, langs een weg waarlangs weer allerlei tempels en shrines stonden. In een aantal daarvan mocht je ook echt het gebouw in, en dat was ontzettend leuk om mee te maken. De schoenen gingen uit, want dat wordt gezien als eerbiedig, en daar liep je dan, soms letterlijk tussen de monniken.

2015-03-29 12.33.10 2015-03-29 12.35.20  2015-03-29 15.17.50 2015-03-29 15.22.17

Vandaag moesten wij, de bezoekers, zelfs een keer flink aan de kant vliegen voor een groep monniken die bezig waren met een soort ritueel, ik vermoed een inwijdingsritueel of iets wat er op lijkt. Het is geweldig om te zien dat de tempels niet iets ‘ouds’ zijn of zo, maar ze leven nog echt. Er gebeuren allerlei rituelen en ceremonieën, en het dient niet enkel als toeristische trekpleister. Zo was in een andere tempel ook een traditionele bruiloft aan de gang. En in de grote Chion-in tempel werden we ook al de ‘main hall’ uitgejaagd. Kort daarna klonk er gezang en trommels. Wat je wel ziet is dat dat vooral bij de minder bekende tempels gebeurd, de grotere en bekendere zijn veel meer toeristisch. (Wat in Chion-in tempel gebeurde is dan wel weer een uitzondering op wat ik hier zeg, maar goed.)

2015-03-29 15.16.22

Eigenlijk zijn de tuinen vaak toch nog het indrukwekkendste van alles, hoe leuk het ook is om door te tempels te struinen op je sokken. Want ze zijn zo mooi en lijken vaak rechtstreeks uit een Studio Ghibli (een soort van de Japanse Disney, die tekenfilms maakt) te komen. Als je ooit de film Totoro hebt gezien, nou, zo ziet het er dus uit, alsof Totoro ieder moment tevoorschijn komt springen. Over Totoro gesproken, ik kwam onderweg ook een fantastische Ghibli winkel tegen, waar ook een reusachtige Totoro te zien was.

2015-03-29 15.10.38 2015-03-29 15.11.33 2015-03-29 16.29.07 2015-03-29 16.29.23

Op dag 2 had ik ook eigenlijk veel meer tempels ingepland dan me uiteindelijk gelukt is om te zien, en dat kwam vooral omdat ik hele andere dingen tegenkwam dan ik verwacht had. Zo kwam ik in Maruyama park terecht, waar Yakasa shrine stond (waarvoor ik het park in de eerste instantie in ging). Maruyama park is geweldig mooi en bezaaid met cherry blossoms. Die dag waren ze nog steeds niet allemaal in bloei, maar de ‘weeping cherry tree’ al wel, en het stond vol met mensen die de prachtige boom aan het bezichtigen waren. Daarnaast was het park ook gevuld met allerlei kraampjes met eten en blikgooien en touwtje trekken en dergelijke, en ik vermoed dat dat niet altijd zo is, maar dat dit voor de hanami – het cherry blossom viewing festival is. De hanami is geen officieel festival waar een datum en plek aan vast zitten, maar het is gewoon het feit dat men feest viert zodra de cherry blossoms allemaal in bloei staan. Toen ik op de terugweg weer door het park heen kwam begon het al donker te worden en begon het park steeds voller te raken – ’s nachts de sakura bezichtigen is ook erg populair. Dwalend door het park kwam ik uiteindelijk toch bij Yakasa shrine terecht, wat helemaal niet één shrine bleek te zijn, maar een heel dorp vol shrines, met Yakasa shrine als de grootste. Het was geweldig om daar rond te lopen, tussen al die kleuren.

2015-03-29 13.58.35 2015-03-29 13.59.42 2015-03-29 14.12.16 2015-03-29 14.34.03

Eenmaal uit het park was daar meer afleiding van de tempels die ik wilde bezichtigen – ik kwam namelijk op een fantastisch straatje terecht, waarvan ik eigenlijk nog steeds de naam helemaal niet weet, maar hij leidde ontzettend ver langs allemaal kleine, leuke winkeltjes, eettentjes en, natuurlijk, sakura. Dat was ook de straat waar ik de Ghibli winkel tegenkwam, naast een Hello Kitty winkel. Uiteindelijk heb ik die dag nog aardig wat tempels gezien, maar helaas nog niet Kiyomizudera tempel en de daarbij gelegen Jishu shrine, die aan het einde van het straatje lagen en toch wel heel hoog aan mijn lijstje stonden. Maar goed, in plaats daarvan had ik Maruyama park en de straat-waarvan-ik-de-naam-nog-steeds-niet-weet.

2015-03-29 16.39.17 2015-03-29 16.43.46 2015-03-29 18.13.15 2015-03-29 18.25.35

Omdat ik op de terugweg naar mijn guest house op dag 2 merkte dat de bloesems bijna allemaal bloeiden, besloot ik op dag 3 de Tetsugaku-no-michi (Path of Philosophy) te lopen. Dat is een lang pad langs allemaal tempels en shrines waarlangs ook veel bloesems staan. De naam komt van de filosoof Nishida Kitaro, die volgens de verhalen diep in gedachten langs het pad is gemeanderd. Ook een enorm mooi pad, met veel prachtige cherry blossoms, en aan de rechterhand bossen die de bergen in leiden.

IMG_0217 IMG_0221 IMG_0233 IMG_0235 IMG_0247 IMG_0256

Aan het einde van het pad lag de eerste van de zeventien UNESCO world heritage bezienswaardigheden in Kyoto die ik tegenkwam: Ginkakuji tempel. Dat het de UNESCO status heeft was te merken, dat mijn reisgids adviseerde om vlak na openingstijd of vlak voor sluitingstijd te komen ook – het was er enorm druk. De Amerikaanse toerist die ik even sprak vatte alles goed samen: ‘How do you like the zen garden? It’s not very zen, is it?’ Ik denk dat ik er meer van genoten had als die drukte wat minder was geweest, maar toch valt niet te ontkennen dat de tuinen van Ginkakuji tempel prachtig zijn. Normaal kon je de tempel zelf niet in, hij was nu echter tegen betaling van 1000 yen extra te bezichtigen, voor een bepaalde periode. De rij daarvoor was echter enorm, plus er waren geen Engels sprekende gidsen aanwezig, (en ik vond die 1000 yen (= ongeveer 8 euro) vrij veel, aangezien ik ook al gewoon entree had betaald) dus ik besloot na het zien van de tuinen mijn weg te vervolgen richting Yoshida shrine.

IMG_0275 IMG_0277 IMG_0278 IMG_0283

En Yoshida shrine vinden – dat was nog eens een hele klus. Terwijl ik liep kwam ik ineens een Torii gate tegen die een park inleidde, vlakbij waar de shrine zou moeten staan, dus ik klom enthousiast omhoog – ja, het park lag op een vrij hoge heuvel. En het duurde enorm lang voor ik iets tegenkwam. Maar goed, het was er mooi en stil, dus ik vond het wel prima (ik had immers net die drukte van Ginkakuji tempel achter de rug). Uiteindelijk ben ik volgens mij wel zes shrines tegengekomen, en ik weet nu nog steeds niet welke ervan Yoshida shrine is. Maar het was allemaal ontzettend mooi om te zien, vooral omdat ze meer verborgen lagen van de drukte en er ook echt mensen kwamen om te bidden tot de god van de desbetreffende shrine. Ik kwam ook een hele rij torii’s tegen in het park, wat heel leuk was om doorheen te lopen.

IMG_0298 IMG_0309 IMG_0311 IMG_0319 IMG_0324 IMG_0336

Eenmaal uit het park was ik vreselijk verdwaald (ik had geen idee via welke weg ik het park uit was gekomen, als ik keek op m’n kaart), stootte nog op een aantal tempels die ik toen ook maar heb bekeken, en vond uiteindelijk de weg terug naar mijn guest house, warm (het was zo rond de 25 graden vandaag), moe en voldaan. Morgen neem ik denk ik maar een keer de lokale trein, dat zullen mijn voeten fijn vinden. Waarschijnlijk de bergen in (ik wil ontzettend graag Mount Kurama zien – degenen die de anime en manga Kamisama Hajimemashita kennen zullen begrijpen waarom, daar komt deze berg namelijk in voor).  En de dag daarna is het alweer tijd om van mijn guest house te trekken naar Shugakuin International House! Ik kijk er naar uit om daar te zijn en mijn koffer ook eens helemaal uit te kunnen pakken, ik kijk er alleen wel iets minder naar uit om dat enorme ding de trein in te krijgen. Maar dat zal ook wel weer goed komen. 🙂

\

Reizen & dag 1 in Kyoto

Mijn eerste blogpost, ik ben nu een dag in Kyoto, en ik heb nu eigenlijk al veel meer gezien dan ik kan vertellen. Op dit moment zit ik in een kamer van wat een ‘guest house’ genoemd wordt, maar eigenlijk is het gewoon een mini appartementen complex met kleine appartementjes. Het is super Japans, met een schuifdeur naar de slaapkamer waarvan de vloer bedekt is met bamboe, en natuurlijk slaap ik op een futon.
Hoe ik hier uiteindelijk gekomen ben? Nou, dat was me nog eens een reis. Ik zal er maar eens het één en ander over vertellen.

Ik vertrok vanuit Düsseldorf Airport, waar ik afscheid nam van mijn ouders en broertje bij de douane. Alles ging eigenlijk helemaal prima (er piepte niks en ik had niet eens m’n riem af en schoenen uit gedaan), tot het wachten bij de gate wel heel erg lang duurde. En ja, daar kwam het, de vertraging, die uiteindelijk tot een uur opliep. Dat betekende dat ik een uur minder overstaptijd had in Dubai, wat eerst drie en nu twee uur waren. De eerste vlucht verliep erg goed, ik had geen plek om mijn laptop neer te zetten om mijn gedownloade anime te gaan kijken, maar er was een geweldig scherm met heel veel films, dus ik heb me niet verveeld. In Dubai aangekomen was het ineens ontzettend warm, wel 25 graden, en dat terwijl het het 1 uur ’s nachts was. Ik bevond mij in een enorme gang met honderden winkels waar je tax free kon winkelen, maar echt tijd om te blijven treuzelen had ik niet, dus ik ben vlug doorgegaan. Onderweg besloot ik toch maar een flesje water te kopen, aangezien ik degene die ik al had leeg had gedronken voor ik door de douane heen moest. En daar werd ik ook meteen voor gestraft, want ik was honderd meter verder met m’n flesje water, en ik merkte meteen dat ik mijn paspoort en boarding pass niet meer had. Half in paniek rende ik terug naar waar ik m’n water had gekocht. Veel tijd had ik niet, m’n gate was vlakbij maar was al open. Haastig vroeg ik naar mijn paspoort, want ik was er vrij zeker van dat ik ze daar had neergelegd toen ik aan het betalen was. Maar nee, ze hadden geen paspoort gevonden. Misschien wisten de schoonmakers iets. Goed dan, ik schoot van schoonmaker naar schoonmaker en gelukkig, toen ik het bijna op wilde geven, kwam toch iemand van de waterwinkel achter me aan met mijn paspoort. ‘En mijn boarding pass?’ vroeg ik aarzelend. Een tweede persoon kwam achter zijn collega aan met mijn boarding pass en ik had nog nooit zoveel opluchting in mijn leven gevoeld. Eenmaal bij mijn gate was ik hartstikke op tijd, we moesten in shuttle busjes naar het vliegtuig gebracht worden en ik stond in het eerste busje dat vertrok. Van mijn tweede vlucht heb ik zeer weinig meegekregen, hij duurde bijna 9 uur, maar zeker 6 uur ervan heb ik geslapen. Gelukkig maar. Die andere drie uur vulde ik met eten, muziek en opnieuw dat fantastische scherm. Het eten was wel wat vreemd, want toen iedereen wakker werd kregen we ontbijt, maar toen ik op mijn scherm zocht naar de tijd (‘time at destination’) was het eigenlijk al een uur of 16:00. En daar waren we dan! Japan! Ik zat bij het raam, dus ik kon prachtig zien hoe we het land naderden. Mijn hoop om de sakura al te zien als ik het vliegtuig uitstapte werd helaas niet waargemaakt, maar ik zou er de volgende dag achter komen waarom (ik kom erop terug 😉 ). Wat ik wel zag, toen ik bij de immigration office kwam, was een enorme mensenmassa. En helaas, die mensenmassa vormde een rij waar ook ik in moest staan. Ze gingen allemaal naar ‘foreign passport’. Ik wist wel dat Japan streng was met buitenlanders binnenlaten, maar dit was toch wel extreem zeg. Ik heb – ik zweer dat ik niet overdrijf! – 2,5 tot 3 uur in de rij gestaan daar. De oorzaak: iedereen moet vingerafdrukken en een foto laten maken, en je moet ook een papier afleveren waarop je invult hoe lang je blijft en wanneer je weer weggaat. Gastvrij? Hm, ik weet het niet. Wel enorm voorzichtig in ieder geval. ‘STRICT MONITORING TO PREVENT TERRORISM’ of zoiets, stond er in grote letters boven de loketten. Uiteindelijk was ik er dan toch echt doorheen, en ik haalde snel mijn koffer (de allerlaatste die er van mijn vlucht stond… Hoe waren al die andere mensen in vredesnaam zo snel door die rij heen gekomen?) en vond al vrij snel de bus die me naar Kyoto zou brengen. Eenmaal op het station was ik veel te moe en verdwaald  om nog naar de bus te zoeken. (Waar ik overigens ook met die zware koffer in had gemoeten, daar had ik ook totaal geen zin in.) Dus in plaats daarvan nam ik een taxi, die niet blij was met mijn ‘hotel’ keuze (ik liet hem een Japanse routebeschrijving zien die ik had ontvangen van mijn Guest House) en nog chagrijniger werd van mijn 10.000 yen briefje, omdat ik echt niet kleiner had. Maar goed, ik was er. Tenminste, dat was de bedoeling. Maar ik zag nergens mijn Guest House, dus ik besloot toch maar even te bellen. De man aan de telefoon begon meteen te roepen hoe bezorgd hij was. ‘Are you still coming?!’ en ik probeerde hem uit te leggen waar ik ergens was, en het bleek dat ik op maar een paar honderd meter van het Guest House stond. Hij kwam me tegemoet lopen. Ik werd begroet door een enorm enthousiast oud, klein Japans mannetje, dat verrassend goed Engels sprak. Hij begeleidde me naar het appartementje en vertelde me ondertussen over de nieuwe WC die er die middag was ingezet. ‘It is brand new! You can still smell that it’s new!’ Ik weet nu onder andere van hem dat hij politieagent is geweest en ook les heeft gegeven in iets met psychologie en criminologie. Met z’n tweeën (een oude man en een klein meisje) tilden we de koffer omhoog de trap op. (‘I’m sorry I can’t help much, I am old!’) Hij legde boven nog zo enorm veel uit, wat ontzettend aardig was, maar ik was zo verschrikkelijk moe van die reis, dat ik blij was toen de deur achter me dicht ging.

Gek genoeg heb ik totaal geen last van een jet lag. Maar dan ook totaal niet. Het was rond 22:30 toen ik bij mijn appartement aankwam, en ik was ook erg moe en ben al redelijk snel gaan slapen. Zonder ook maar één keer te wakker worden had ik prima geslapen. Mijn dag begon eigenlijk met een enorm avontuur: de supermarkt op de hoek. Nou, ik ben gewaarschuwd door de duizenden ‘irashaimase!’ (= welkom!) die op je afgegooid worden in Japanse winkels, maar het was in mijn hoofd nog steeds een soort van grap of sprookje, totdat ik het zelf ervoer. Het moeilijkste is dat het niet de bedoeling is dat je iets terug zegt. Niemand doet het, en het is volkomen normaal, maar ik moet mijn ‘ohayou gozaimasu’ en ‘konnichi wa’ toch enorm inhouden. Ik was binnen, en ik denk dat ik maar 10% van wat ik zag liggen kende. En daar moet ik bij zeggen dat ik vrij veel van Japans eten weet voor de gemiddelde buitenlander. Ik werd afgeleid door enorm veel onbekende interessante dingen op mijn zoektocht naar ontbijt. Ik verwachtte geen brood te vinden, dus mijn missie was ‘iets waar ik mee kan ontbijten’. Zes ‘irashaimase’s verder werd ik aangesproken door een medewerkster die iets bij zich had wat ik kon proeven. Met geen idee wat er aan de hand was pakte ik het maar aan en proefde. Ook geen idee wat het was, maar het smaakte naar een soort romig toetje. Oh, en geloof me, die buiginkjes die ze in Japan maken; je hebt het zo aangeleerd. Iedereen doet het en je gaat er zo automatisch in mee, dat je pas achteraf in de gaten hebt dat je het zelf ook doet. Uiteindelijk vond ik een soort brood dat ik maar mee heb genomen voor volgende ochtenden die gaan komen (brown rice bread heet het, ik ben benieuwd hoe het smaakt). En voor die ochtend ging ik voor de bekende melonpan, een zoetige kruising tussen brood en cake in de vorm van een meloen (vandaar de naam). Ondertussen nam ik ook dango (een Japanse zoetigheid van kleverige rijst, op een stokje) en wat andere dingen mee. Terug in het appartement besloot ik mijn Lonely Planet gids open te gooien en te kijken waar ik een beetje in de buurt zat en nog kon bekijken die dag. Ik kwam erachter dat ik in het ‘Northern Higashiyama’ gebied zit, wat volgens m’n reisgids één van de mooiste gebieden van Kyoto is, dus ik zit eigenlijk op een geweldige plek. Dus ik ben maar gaan lopen, en toen kwam ik er dus achter waarom ik niet meteen sakura zag toen ik het vliegtuig uit kwam; ze zitten bijna allemaal nog in knop! Een paar enkele bomen bloeien al wel, en dat is te merken; massa’s mensen staan er voor om foto’s te maken, en niet alleen toeristen, juist enorm veel Japanners.

IMG_0045 IMG_0044

Langs de Kamo-gawa rivier, waar ik vlakbij zit, staat het helemaal vol met cherry blossoms, en als ze straks over een paar dagen allemaal in bloei staan, gaat dat echt een prachtig gezicht worden. Langs de rivier liep ik naar de meest nabije Shrine: Heian Jingu Shrine. En meteen was dat één van de prachtigste dingen die ik ooit had gezien. Allereerst waste ik mijn handen met heilig water, zoals het hoort, en ging ik onder de poort door (niet de Torii gate, die stond nog een paar honderd meter verderop). Eenmaal daar kwam ik op een soort binnenplaats met recht voor mij de Shrine, en links en rechts de in- en uitgang van de Shrine garden. Overal waren kraampjes waar je een papiertje kon trekken met je geluk voor de toekomst erop. De ‘bad luck’ papiertjes worden altijd aan bomen gehangen en daar zaten ze vol mee. Ik heb er ook eentje getrokken, maar ik moet nog even uitvogelen wat er op staat. Ik kan gelukkig al wel hiragana en katakana lezen, maar kanji zijn toch nog iets te moeilijk. Bovendien wil het feit dat ik het kan lezen nog niet zeggen dat ik snap wat er staat. 😉 Ik heb ook nog even mijn respect laten blijken door wat geld in de houten kisten net binnen in de Shrine te gooien, twee keer in mijn handen te klappen, vervolgd door een korte buiging. Er liepen aardig wat Japanse vrouwen (en mannen) in kimono rond, die ook constant door toeristen op de foto werden gezet.

IMG_0048 IMG_0063 IMG_0053 IMG_0101 IMG_0103

Het mooiste van alles was de enorme Shrine garden, die je echt niet moet missen, mocht je ooit bij deze Shrine komen. Ik baal nogal dat de sakura nog net niet in bloei stond, want dan was het nog mooier geweest (misschien dat ik er over een paar dagen gewoon nog eens heen ga), maar het was nu al adembenemend prachtig.

IMG_0095 IMG_0091 IMG_0089 IMG_0076 IMG_0070 IMG_0065

Na deze prachtige ervaring besloot ik mijn weg te vervolgen naar Nazenji Temple om meteen ook even de andere religie van Japan mee te pakken (Shrines zijn van het shintoïsme, tempels van het boeddhisme). Onderweg kwam ik Konichi-in Temple ook tegen, maar ik besloot door te lopen naar Nazenji Temple en later nog terug te komen. Nazenji Temple was eigenlijk een soort enorm park, met een uitkijkpoort (waar je je schoenen uit moest doen en de treden van de trappen enorm hoog waren, zo erg dat ik bijna omviel, en ik snapte er niks van, want Japanners zijn toch ook klein?), de grote tempel, een beroemde ‘zen’ tuin en nog allemaal kleine tempels eromheen. In de uitkijkpoort zat een enorme boeddha met prachtige versieringen eromheen, maar helaas mocht ik daar geen foto van maken. De grote tempel vond ik eerlijk gezegd niet zo heel veel voorstellen van binnen, al was die van buiten wel reusachtig en erg mooi, maar het meest indrukwekkende waren toch wel (opnieuw) de tuin en een hele kleine tempel bij een waterval die ik vond door de beschrijving in de Lonely Planet te volgen (want zoals ze in m’n reisgids al aangaven wordt die tempel vaak vergeten en staat hij ook niet goed aangegeven). De tuin was zichtbaar anders dan de Shrine garden, waardoor je ook misschien wel meteen het verschil in religie ziet. Waar de Shrine garden reusachtig was en vol met bloemen, was de boeddhistische tuin vol met rotsen, een watertje en waterval. Voor de mini tempel moest ik een heel eind lopen de bergen in en ik dacht de hele tijd dat ik verkeerd liep, omdat ik letterlijk niemand tegenkwam, maar ik bleek uiteindelijk toch goed te zitten. Dat maakte het des te mooier, want ik was er helemaal alleen, samen met het geluid van de waterval.

IMG_0153 IMG_0147 IMG_0146 IMG_0130 IMG_0128 IMG_0121 IMG_0115 IMG_0113

Na Nazenji Temple wilde ik eigenlijk teruggaan naar Konichi-in Temple. (Het ‘Path of Philosophy’ was begint bij Nazenji Temple, maar omdat deze vol met cherry blossoms staat, besloot ik dit prachtige pad waar nog drie andere tempels en één shrine langs staan, te bewaren voor als de sakura echt bloeien.) Maar ik kwam erachter dat het al 17:00 was en dat alle bezienswaardigheden bezig waren met sluiten. Dus ik ben langzaam aan teruggegaan naar mijn appartementje. Onderweg ging ik nog een ‘international community’ gebouw binnen, waar aangegeven stond dat daar ook een toeristen informatie punt was. Ik heb problemen met mijn wereldstekker; ik zou de goede moeten hebben, maar hij heeft één pin meer dan mijn stopcontact gaten heeft en dat werkt natuurlijk niet. Dus ik ging naar binnen en probeerde mijn situatie uit te leggen, maar de mevrouw kon niet goed Engels en begreep niet goed wat ik bedoelde. Maar daar schoot een man te hulp die bij die community (het is volgens mij een soort van gemeenschap met allemaal mensen uit verschillende landen die in Kyoto wonen en zo contact met elkaar zoeken) hoorde. Hij sprak geweldig goed Engels en zelfs een paar woorden Nederlands (hij kwam oorspronkelijk uit Friesland, hij heette zelfs Jansma met zijn achternaam), en legde me uit dat de meeste stekkers in Japan wel die pin hebben, maar niet allemaal. En dat er dus adapters voor zijn om die soort om te zetten. Hij heeft er zelf ‘a dozen’ liggen thuis, zegt hij, dus hij besloot heel gul er één voor me mee te nemen en af te leveren bij het toeristen punt, waar ik hem dan vervolgens op te halen. Ik ben benieuwd morgen, want ik heb mijn stroom toch wel nodig.
’s Avonds at ik ramen in een super Japans tentje, zo ééntje waar je aan een bar eet waarachter ze je ramen klaar maken, en het was geweldig lekker (en goedkoop!).
Tot zover mijn avonturen, morgen ga ik nog wat meer dingen bekijken en misschien ook op zoek naar wat winkeltjes (want die heb ik helemaal nog niet gezien, wat wel opvallend is in zo’n grote stad), tenzij ineens de sakura vol in bloei staat, dan neem ik het Path of Philosophy. 😉